Wat betekent baixo in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord baixo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van baixo in Portugees.

Het woord baixo in Portugees betekent laag, basstem, bas, laag, basgitaar, bas, zacht, basgitaar, bas, laag, bas-, laag, naar beneden, omlaag, diep, slecht, laag, laag, zacht, laag, laag, laag, laag, klein, grof, gedempt, zwak, basso, bas, klein, laag-, laag, scherp, zachtjes, zacht, neergeslagen, belemmerde groei, opzichtig, zacht, rustig, laag-, neerslachtig, verdrietig, light, buik, ondergoed, laten zakken, vooraan het toneel, vooraan het podium, van bovenaf, van boven naar beneden, naar beneden, omlaag, beneden, van boven tot onder, onder de toonbank, onderhands, zwart, naar beneden gericht, goedkoop hotel, ondermaatse prestatie, ondergoed, onderkant, penny stock aandeel, ondergoed, aankijken, naar beneden halen, beneden-, onderliggend, laagste, allerminste, bottom-up, neerwaarts, naar beneden, aflopend, vooraan het toneel, vooraan het podium, van top tot teen, laagste, voorover, achterkamer-, achterkamertjes-, onderhands, stoven, lager, onderhands, naar het zuiden, obsceen, vies, grof, omver, om, hel. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord baixo

laag

adjetivo

Esta sala tem teto baixo.

basstem, bas

substantivo masculino

Michael é tenor, mas Owen é baixo.

laag

adjetivo (acústica: altura)

Você ouve aquele ruído baixo?

basgitaar, bas

substantivo masculino

Jamie vai tocar baixo no show de jazz hoje à noite.

zacht

adjetivo (em voz baixa)

Ela falou no ouvido dele com uma voz muito baixa.

basgitaar, bas

substantivo masculino

Howard toca baixo na banda de rock. Minha amiga toca baixo.

laag

adjetivo (sorrateiro, desleal)

Táticas baixas como trapacear seus clientes irá te fazer muitos inimigos.

bas-

substantivo masculino (in samenstelling)

Serão feitos testes para a parte do baixo.

laag

advérbio (altitude)

O avião voava baixo por cima das casas.

naar beneden, omlaag, diep

advérbio (de pouca altura)

Ele curvou-se para baixo para beijar seu filho.

slecht

adjetivo (desfavorável, negativa)

Tenho uma opinião baixa de pessoas como ele.
Ik heb een lage dunk over mensen zolas hij.

laag

adjetivo (marcha de carro)

Colocamos o carro em marcha baixa para subir a colina.

laag

adjetivo (sol ao entardecer)

O sol estava baixo e perto de se pôr.

zacht

advérbio (com pouco volume)

Ele falava baixo para ninguém ouvir.

laag

advérbio (em tom baixo)

Espero que você cante baixo porque precisará cantar esta música bem baixo.

laag

adjetivo

Seu vestido de noite tinha um decote baixo.

laag

adjetivo (preço modesto)

A oficina está vendendo jeans por um preço muito baixo.

laag

(pejorativo: desprivilegiado)

Ela era ralé.

klein

adjetivo (altura)

O menino é muito o pequeno para alcançar.

grof

adjetivo (ordinário)

Não quero que você use linguagem vulgar assim perto das crianças.

gedempt, zwak

(luz)

Na luz baixa, Alison só conseguia enxergar os contornos dos móveis na sala.

basso, bas

substantivo masculino (cantor de ópera)

klein

(pessoa de pequena estatura)

Ela é muito baixa para namorar um jogador de basquete, não?

laag-

adjetivo (in samenstelling)

Viajar é mais barato na baixa temporada.

laag

adjetivo (fogo)

Cozinhe os vegetais em fogo baixo.

scherp

(figuurlijk)

As lojas tinham câmeras a um preço baixo.

zachtjes, zacht

(tom de voz)

Fale baixo, por favor. Não sou surda!

neergeslagen

adjetivo (olhos: olhando para baixo) (van ogen)

belemmerde groei

(desenvolvimento físico restrito)

opzichtig

adjetivo

zacht, rustig

(som)

O restaurante tinha música agradável tocando ao fundo.

laag-

(terreno: pouca elevação)

neerslachtig, verdrietig

Estou desanimando hoje por causa de uma notícia ruim.

light

(informal) (anglicisme)

buik

substantivo masculino (animal: parte inferior da barriga) (dieren)

ondergoed

(roupa íntima feminina)

laten zakken

vooraan het toneel, vooraan het podium

locução adverbial

van bovenaf, van boven naar beneden

locução adjetiva (hierarquicamente: de cima para baixo)

naar beneden, omlaag

locução adverbial

Venha para baixo. Desça daí.

beneden

locução adverbial

Raquel correu para o andar de baixo para abrir a porta para os convidados.

van boven tot onder

advérbio

Je moet de verf van boven tot onder aanbrengen.

onder de toonbank, onderhands, zwart

advérbio (figurado: ilegalmente, secretamente) (figuurlijk)

naar beneden gericht

locução adverbial

goedkoop hotel

expressão (Reino Unido)

ondermaatse prestatie

ondergoed

expressão

onderkant

penny stock aandeel

ondergoed

aankijken

expressão (examinar, escrutinar)

naar beneden halen

expressão (figuurlijk)

beneden-

locução adverbial (in samenstelling)

A casa tem um banheiro no andar de baixo e um no andar de cima.

onderliggend

adjetivo (debaixo de algo)

O jardineiro ergueu uma placa de grama com um pouco de solo subjacente.

laagste, allerminste

locução adjetiva

bottom-up

locução adverbial (tipo de abordagem estratégica)

neerwaarts, naar beneden, aflopend

locução adverbial (morro abaixo)

vooraan het toneel, vooraan het podium

locução adverbial

van top tot teen

advérbio (figurado, informal: completamente) (fig., informeel)

laagste

locução adjetiva (figuurlijk)

voorover

locução adjetiva

achterkamer-, achterkamertjes-

expressão (in samenst.: politiek)

onderhands

locução adverbial

Veronica arremessou a bola com a mão por baixo.

stoven

expressão

Cozinhe-o em fogo baixo durante quatro horas.

lager

locução adjetiva

Os sapatos estão na prateleira mais baixa.

onderhands

locução adverbial

naar het zuiden

Vamos ao sul, à Itália, durante nossas férias este ano.

obsceen, vies, grof

locução adjetiva

A esquete estava cheia de palavras de baixo calão.

omver, om

locução adverbial

Ela bateu no copo para baixo e derramou vinho por todo lado.

hel

locução adverbial (para o inferno)

O defunto tinha sido cruel e certamente iria para baixo.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van baixo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.