Wat betekent cair in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord cair in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cair in Portugees.

Het woord cair in Portugees betekent vallen, zakken, inzakken, instorten, inzakken, sneuvelen, neervallen, dalen, zakken, vallen, vallen, vallen, dalen, kelderen, losraken, vallen, omvallen, instorten, ergens intrappen, ergens intuinen, losraken van, vallen, neervallen, vallen uit, teruglopen, dalen, verminderen, kelderen, afnemen, teruglopen, instorten, inzakken, in elkaar storten, vallen, zakken, inslaan, neerkomen, landen, staan, vallen, verbreken, afglijden, dalen, dalen, afglijden, vervallen, vallen, wegvallen, raken, snel dalen, dalen, vallen, dalen, afnemen, verminderen, strikken, zakken, dalen, met iets/iemand ten onder gaan, afnemen, dalen, teruglopen, verminderen, aflopen, dalen, neerkomen, terechtkomen, regenen, worden, vallen, vallen, geschikt zijn voor, goed zijn voor, snel vallen, in slaap vallen, instorten, passen, staan, iets omverwerpen, een harmonieus geheel vormen, hem smeren, hem peren, dalen, kelderen, opslokken, de mist in gaan, enthousiast ontvangen worden, knokken, knokken met, in tranen uitbarsten, tuimelen, vertrekken, in ongenade vallen, in zijn vuistje lachen, dood neervallen, vallen in, te voorschijn stromen, iemand laten zitten, stap uit, oplopen, krijgen, 'm smeren, opdonderen, oprotten, ophoepelen, de schouders eronder zetten, in ongenade vallen, iets begrijpen, bij iemand in de gunst komen, opdonderen, oprotten, ophoepelen, wegwezen, 'm smeren, weggaan, zwaar wegen op, zwaar drukken op, vallen onder, dagen, samengaan, staan, passen, stormen, plotseling begrijpen, licht sneeuwen, starten, verzinken in, iets krijgen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cair

vallen

Eu caí da escada ontem.

zakken, inzakken

A demanda para esse produto caiu recentemente.

instorten, inzakken

(ruir)

O telhado caiu com o peso da neve.

sneuvelen

(morrer)

Ele sucumbiu na batalha, morrendo como herói.

neervallen

(ferido)

O soldado caiu e foi tratado por médicos.

dalen, zakken

As temperaturas vão cair abaixo do ponto de congelamento amanhã.

vallen

O governo caiu, seguindo-se um escândalo.

vallen

O pedido deles enquadra-se no escopo de nosso projeto.

vallen

O olhar dela caiu sobre a carta que eu estava escrevendo.

dalen, kelderen

(financeiro) (financieel)

losraken, vallen

Um dos botões do casaco de Chloe caiu.

omvallen, instorten

(bouwwerk)

A parede de tijolos caiu.

ergens intrappen, ergens intuinen

(deixar-se enganar por) (informeel)

O investimento prometia altos retornos e eu me caí nele.

losraken van

O quadro tinha caído da parede.

vallen, neervallen

(persoon)

Mike caiu e machucou as costas.

vallen uit

Meu celular caiu da minha bolsa enquanto eu estava correndo para o metrô.

teruglopen, dalen, verminderen

(figurado)

As vendas de carros caíram durante a recessão.

kelderen

(figurado) (figuurlijk)

Os preços das ações da empresa caíram quando eles anunciaram uma queda nos lucros.

afnemen, teruglopen

(figurado)

Peter caiu de volta em seu vício.

instorten, inzakken, in elkaar storten

Ela caiu no chão.

vallen, zakken

As ações caíram hoje.

inslaan

verbo transitivo (raio)

Dizem que um raio nunca cai duas vezes no mesmo lugar.

neerkomen, landen

(cair por terra)

Ele saltou do ônibus e caiu na calçada.

staan, vallen

(roupa)

Aquele vestido cai muito bem em você.

verbreken

A conexão de longa distância caiu.

afglijden, dalen

(fig, mercado financeiro)

As más notícias farão o mercado financeiro cair.

dalen

(declinar)

Os preços podem cair um pouco depois da temporada turística.

afglijden, vervallen

verbo transitivo (figuurlijk)

vallen, wegvallen

A ligação caiu e ele teve que ligar novamente.
De verbinding werd verbroken.

raken

verbo transitivo

O ovo quebrou quando caiu no chão.

snel dalen

As temperaturas caíram rapidamente ao longo do dia.

dalen

(cair: preços, etc.)

O preço do gás caiu muito no mês passado.

vallen, dalen

(finanças: ações)

Os preços das ações caíram hoje à tarde.

afnemen, verminderen

As vendas de computadores de mesa têm caído nos últimos anos porque a maioria das pessoas preferem laptops.

strikken

(fig., informeel)

Negativas duplas geralmente me enganam.

zakken, dalen

(sol)

Foi lindo ver o sol se pôr no horizonte.

met iets/iemand ten onder gaan

(verliezen)

Als ons bedrijf ten onder gaat, dan zullen onze dochterondernemingen met ons mee ten onder gaan.

afnemen, dalen, teruglopen, verminderen

As vendas diminuíram muito depois da crise do crédito.

aflopen

(números) (van nummers)

Taxas de infecção pelo HIV finalmente começaram a diminuir.

dalen

Os preços diminuíram nesta loja.
De prijzen zijn gedaald in deze winkel.

neerkomen, terechtkomen

O floco de neve caiu sobre o carro.

regenen

verbo transitivo (projétil) (figuurlijk)

O inimigo bombardeou todos eles com disparos.

worden

expressão verbal

Ela caiu de cama.

vallen

expressão verbal

A humanidade foi criada perfeita, mas depois caiu em desgraça.

vallen

Meu aniversário cai no sábado esse ano.

geschikt zijn voor, goed zijn voor

expressão verbal

Comida picante não cai (or: faz) bem para mim.

snel vallen

(BRA)

O avião despencou no chão.

in slaap vallen

(figurado)

instorten

(figurado) (figuurlijk)

O sindicato convocou uma greve depois das negociações sobre os benefícios de aposentadoria fracassarem.

passen, staan

(gedrag)

Não convém a uma mulher na sua posição agir desse jeito.

iets omverwerpen

O objetivo do boliche é derrubar o máximo de pinos possível.

een harmonieus geheel vormen

(figurativo: cor)

hem smeren, hem peren

(gíria: sair de um lugar)

Essa festa está uma droga, vou vazar!

dalen, kelderen

(ações, preço)

O preço das ações da companhia despencaram após a súbita saída do diretor.

opslokken

(figurado, informal) (figuurlijk)

Fred é tão inocente, ele engole tudo que você diz para ele.

de mist in gaan

expressão (figurado) (figuurlijk)

enthousiast ontvangen worden

expressão verbal

A notícia de um aumento nos lucros caiu bem com os investidores da empresa.

knokken

(informal) (informeel)

O time de hóquei realmente caiu na porrada na noite passada. Alguns dos garotos foram para casa com menos dentes.

knokken met

(informal) (informeel)

in tranen uitbarsten

tuimelen

Alex caiu de cara na montanha.

vertrekken

expressão verbal (figurado)

in ongenade vallen

expressão

in zijn vuistje lachen

expressão (figuurlijk)

dood neervallen

expressão (morrer subitamente)

vallen in

expressão verbal

A jovem foi resgatada vários dias após ter caído em um poço sem tampa.

te voorschijn stromen

iemand laten zitten

(BRA, informal) (informeel)

Nós estávamos planejando uma festa, mas quase todo mundo caiu fora.

stap uit

locução verbal (informal: sair de um veículo)

oplopen, krijgen

expressão (informal - passar mal)

Eu acabei de cair de cama com uma febre.

'm smeren, opdonderen, oprotten, ophoepelen

(informal) (slang)

de schouders eronder zetten

(BRA, informal,) (figuurlijk)

Nosso time de basquete não está indo muito bem. Eu gostaria que eles caíssem dentro.

in ongenade vallen

expressão

iets begrijpen

(figurado, informal)

bij iemand in de gunst komen

expressão verbal (ganhar simpatia)

opdonderen, oprotten, ophoepelen, wegwezen, 'm smeren, weggaan

(informal) (slang)

zwaar wegen op, zwaar drukken op

(figuurlijk)

vallen onder

expressão verbal

A lei da reforma cai na categoria de projetos bem intencionados, mas absolutamente mal conduzidos.

dagen

expressão verbal (figurado, gíria)

De repente, caiu a ficha de que ela nunca viria seu pai novamente.

samengaan

staan, passen

expressão verbal (kledij)

Seu terno novo cai muito bem em você.

stormen

locução verbal (tempo)

Vai cair um temporal com muito vento a noite toda até o ciclone passar.

plotseling begrijpen

(BRA)

licht sneeuwen

starten

(BRA, gíria)

verzinken in

(figurado) (stilte)

iets krijgen

(figurado, doença) (ziek worden)

Roger kreeg de griep.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cair in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Verwante woorden van cair

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.