Wat betekent outro in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord outro in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van outro in Portugees.

Het woord outro in Portugees betekent ander, nog een, ander, nog een, nog, ander, vroeger, ander, elders, andersom, omgekeerd, heen en weer, pal aan de overkant, als geen ander, de één na de ander, het ene na het andere, laatst, onlangs, pas, ergens anders, overal behalve hier, , daarentegen, aan de ene kant, heen en weer, stalgenoot, tegenover, elkaar, elkaar, harder roepen dan, te pas en te onpas noemen, uniek, onvergelijkelijk, heen-en-weergaand, anders, in tegenstelling, keerzijde, tegenover, gemaakt zijn voor, geschapen zijn voor, iemand kennen, samen, gezamenlijk, handvol, volgende dag, plotseling, anders, heen en weer lopen over of door, in het rond, heen en weer lopen, aan, door, door, doorheen, elkaar. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord outro

ander

adjetivo (diferente)

Essa camisa não, a outra.

nog een

adjetivo (mais um)

Eu gostaria de outra xícara de café, por favor.

ander

adjetivo (adicional)

Quantas outras pessoas estão vindo?

nog een

pronome

Primeiro, Alfie comeu um biscoito e depois comeu outro.

nog

adjetivo (restante)

Eu tenho apenas mais outra coisa a fazer.

ander

adjetivo (diferente)

Isso é completamente outra história.

vroeger

adjetivo (passado, antigo)

ander

pronome (één of ander)

elders

(não aqui)

O livro não tinha a informação que a estudante queria, então ela precisou procurar em outro lugar.

andersom, omgekeerd

heen en weer

locução adverbial

Eu passei o dia inteiro andando de um lado para o outro.

pal aan de overkant

advérbio

als geen ander

locução adverbial

de één na de ander, het ene na het andere

laatst, onlangs, pas

locução adverbial (alguns dias antes)

ergens anders

locução adverbial

overal behalve hier

locução adverbial

Prefiro estar em qualquer outro lugar agora.

locução conjuntiva

Eu sempre estou atrasado, mas você, por outro lado, sempre está no horário.

daarentegen

locução conjuntiva

O Canadá, por outro lado, é um exportador de energia.

aan de ene kant

locução adverbial

Por um lado, seria mais rápido ir de avião a Manchester; por outro, seria mais caro do que o trem.

heen en weer

stalgenoot

expressão

tegenover

locução prepositiva

O edifício do meu escritório é de frente para o shopping.
Mijn kantoor staat tegenover het winkelcentrum.

elkaar

expressão

Eles sempre ajudam um ao outro quando as coisas apertam.

elkaar

locução pronominal (mutuamente)

Os amantes não gostavam de nada melhor do que estar um com o outro. Lisa acredita que as mulheres na academia devem ajudar uma a outra para progredir.

harder roepen dan

locução verbal

te pas en te onpas noemen

locução verbal

uniek, onvergelijkelijk

locução adjetiva

Este feriado oferece aos turistas um período como nenhum outro.

heen-en-weergaand

anders

in tegenstelling

keerzijde

(fig, lado menos atraente)

tegenover

locução adverbial

Os correios ficam do outro lado da rua da delegacia de polícia.

gemaakt zijn voor, geschapen zijn voor

expressão (informal, figurado: ideais) (figuurlijk)

iemand kennen

expressão verbal (relacionar-se)

samen, gezamenlijk

locução adverbial

handvol

Apenas uns poucos se voluntariaram para o projeto.

volgende dag

Se você usar nosso serviço de um dia para o outro, as mercadorias serão entregues amanhã de manhã.

plotseling

Esta canção foi uma sensação da noite para o dia.

anders

locução adverbial (in het andere geval)

Não sei o que faremos se o dia acabar de outro modo que o esperado.

heen en weer lopen over of door

expressão

Ela andou de um lado para o outro.

in het rond

locução adverbial

Ele estava dançando de um lado para o outro, sacudindo o bilhete de loteria no ar.

heen en weer lopen

expressão verbal

Ele andava para lá e para cá do lado de fora enquanto sua mulher dava à luz o bebê.

aan, door

locução adverbial (aangeven, doorgeven)

Você poderia entregar esse livro para mim, por favor?

door, doorheen

locução adverbial

Ele estava passando de um lado para outro quando o vimos.

elkaar

locução pronominal

Os gêmeos são tão parecidos, que ninguém consegue diferenciar um do outro.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van outro in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Verwante woorden van outro

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.