Wat betekent família in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord família in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van família in Portugees.
Het woord família in Portugees betekent gezin, familie, familie, groep, klasse, kroost, kinderschaar, geslacht, familie, familie, taalfamilie, huishouden, huishouden, huis, familie-, gezins-, stieffamilie, hoofd van het huishouden, hoofd van het gezin, basisgezin, familie, familielid, gastgezin, directe familie, voorname mensen, respectabele mensen, leden van de koninklijke familie, familierechtbank. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord família
gezinsubstantivo feminino (pais e filhos) Ela cresceu em uma família feliz. A família de Brian não é rica, mas vive confortavelmente. |
familiesubstantivo feminino (clã) Ele está sempre defendendo o nome de sua família. |
familie, groep, klassesubstantivo feminino (classe, grupo) O techno e o hip-hop pertencem à mesma família de música. |
kroost, kinderschaarsubstantivo feminino (ouderwets) Aquele casal está planejando uma família numerosa. |
geslachtsubstantivo feminino (linhagem) (formeel) Ela vem de uma família nobre e antiga. |
familiesubstantivo feminino (biologia: subdivisão) (biologie) Os tigres fazem parte da família dos felídeos. |
familie, taalfamiliesubstantivo feminino (linguística) O basco não faz parte da família de línguas indo-europeias. |
huishoudensubstantivo feminino Vamos ter um encontro de toda a família esta noite. |
huishoudensubstantivo feminino A família era passível de taxação. |
huissubstantivo feminino A Casa dos Tudor governou de 1485 a 1603. |
familie-, gezins-locução adjetiva (pertencente à família) (in samenstelling) Este relógio é uma herança de família. |
stieffamilie
|
hoofd van het huishouden, hoofd van het gezinsubstantivo masculino e feminino |
basisgezin(unidade familiar básica: mãe, pai, filhos) Uma família nuclear significa dois pais e os filhos.. |
familie(parentes) Eu só vejo minha família completa na época de Natal. |
familielid
|
gastgezin
|
directe familiesubstantivo feminino |
voorname mensen, respectabele mensensubstantivo feminino plural |
leden van de koninklijke familie
O príncipe William é um membro da família real. |
familierechtbank(jurídico) |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van família in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van família
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.