Wat betekent assim in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord assim in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van assim in Portugees.

Het woord assim in Portugees betekent zo, zodat, zo, dus, zo, op deze manier, op die manier, zo, zo, zo, daarmee, beetje, edoch, enzovoort, enzovoorts, zo zit het, zo gaat dat, precies, nog, nog steeds, nog altijd, dus, zsm, bovendien, enzovoort, enzovoorts, ondanks dat, in dat geval, toch, maar toch, zelfs dan, zodra, desondanks, desalniettemin, het zij zo, op, bovenop, ga zo door!, precies hetzelfde, toch, net zoals, hoe kan dat?, toch, weet je, Nauwelijks. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord assim

zo

advérbio (de forma idêntica)

Você é um cavalheiro. Que você continue assim até morrer.

zodat

advérbio (desse modo)

A professora falava devagar para que seus alunos a entendessem. // Dirija com cuidado para chegar em segurança.

zo

(demonstrando: desta maneira)

Você precisa usar o ferro quente assim sobre as roupas para passar.

dus

advérbio

Assim, todo o mundo decidiu continuar.

zo, op deze manier

advérbio

op die manier

zo

Não podemos seguir assim. Se você fizer isso assim, terá um resultado melhor.

zo

Eu posso tocar oboé alto assim.

zo, daarmee

advérbio (desse modo)

Robert sabotou o projeto, garantindo assim que falhasse.

beetje

(figurado, informal: mais ou menos)

Parece meio frio para estar de short.

edoch

(formeel, verouderd)

enzovoort, enzovoorts

As vítimas do desastre precisam urgentemente de água potável, comida, suprimentos médicos etc.

zo zit het, zo gaat dat

expressão (realidade da vida)

Je denkt waarschijnlijk dat het oneerlijk is dat je de job niet kreeg, maar zo gaat dat.

precies

advérbio (informal)

nog, nog steeds, nog altijd

locução adverbial (como antes)

Ele não tinha tomado café da manhã, mas ainda assim não estava com fome.

dus

Sua gramática é fraca, por isso lhe dei esta nota.

zsm

(zo spoedig mogelijk)

bovendien

enzovoort, enzovoorts

locução adverbial

ondanks dat

Thomas teve uma leve lesão na perna, mas, apesar disso, conseguiu vencer a corrida.

in dat geval

locução adverbial (então)

toch

advérbio (informal: mesmo que)

maar toch, zelfs dan

locução conjuntiva (todavia)

Eu sei que você não gosta de vegetais, querido. Ainda assim, você deve comê-los.

zodra

locução conjuntiva

Eu vou pagar seu bilhete assim que você fizer a reserva.

desondanks, desalniettemin

locução adverbial

Max prometeu mudar, mas ainda assim eu decidi terminar o relacionamento.
Max beloofde te veranderen, maar desondanks heb ik een eind aan de relatie gemaakt.

het zij zo

op, bovenop

Os alunos precisam se preparar para gastos com moradia, assim como mensalidades.

ga zo door!

expressão verbal (informal)

Você tirou só notas dez nesse período. Continue assim! Bom trabalho, Alan. Continue assim!

precies hetzelfde

(informal)

Essas botas são novas? Ed tem um par que é exatamente igual.

toch

Embora os pais de Chelsea tenham instruído ela a não fazer, ela faltou a aula assim mesmo.

net zoals

locução conjuntiva

Assim como você tem direitos, também tem suas responsabilidades.

hoe kan dat?

interjeição

Vocês se separaram? Como assim?

toch

locução conjuntiva

Ele não tinha comido café da manhã. Mesmo assim, ele não estava com muita fome.

weet je

locução adverbial (gíria) (informeel)

Tipo assim, eu queria muito aquele emprego.

Nauwelijks

locução conjuntiva

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van assim in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.