Wat betekent poser in Frans?

Wat is de betekenis van het woord poser in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van poser in Frans.

Het woord poser in Frans betekent poseren, bedekken, iets stellen, iets vormen, plaatsen, installeren, leggen, neerleggen, zich aanstellen, zich voordoen, zetten, leggen, poseren, plaatsen, zetten, zetten, neerzetten, neerleggen, aanbrengen, toonzetten, zetten, installeren, inplanten, zorgen voor, leiden tot, showen, balanceren, zweven, laten poseren, bekleden, draperen, behangen, platleggen, zich concentreren op, solliciteren, heroverwegen, een bod uitbrengen, een bod doen, een vraag stellen, aandacht, belangstelling, veronderstellen, aannemen, een verkeerde diagnose stellen, katheteriseren, ondersteunen, stutten, zetten, een verkeerde diagnose stellen, speculeren, vooronderstellen, tegen inbraak beschermen, een microchip plaatsen, katheteriseren, ontslag indienen, landen, poseren voor, een diagnose stellen, veel moeite kosten, informeren bij, voorzichtig neerzetten, betegelen, vragen, strikken leggen, van een bodem voorzien, horren plaatsen, een kroon plaatsen op. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord poser

poseren

verbe intransitif

Le photographe a demandé à ses sujets de poser.

bedekken

verbe transitif (de la moquette,...)

Il a posé du lino dans le couloir.

iets stellen

verbe transitif (vraag)

Emily a posé une question quant au pouvoir de Paul.

iets vormen

verbe transitif

La liaison de Jan avec son patron commence à poser problème au bureau.

plaatsen, installeren

verbe transitif

Les entrepreneurs sont venus installer les fondations.

leggen, neerleggen

verbe transitif

En général, il met (or: il pose) les plans sur la table.

zich aanstellen, zich voordoen

zetten, leggen

verbe transitif

Il posa le verre sur le bord de la table.

poseren

verbe intransitif

Hélène va poser pour un tableau.

plaatsen, zetten

verbe transitif

Pose la statue doucement sur son socle.

zetten, neerzetten, neerleggen

verbe transitif

Il posa ses fesses dans le fauteuil et s'endormit.

aanbrengen

(laagje)

L'ouvrier posa le plâtre avec la truelle.

toonzetten

verbe transitif (la voix) (stem)

Si tu poses (or: places) ta voix dans les graves, tu auras l'air plus sérieux.

zetten

verbe transitif (un objet,...)

Il mit son verre sur le bord de la table.

installeren

verbe transitif

Les ouvriers viennent installer les panneaux solaires aujourd'hui.

inplanten

(un objet)

Mon stimulateur cardiaque a été implanté il y a un an.

zorgen voor, leiden tot

verbe transitif (un problème)

Cela te cause (or: pose) un problème ?

showen

verbe transitif

Mettons (or: posons) ce pull sur ce mannequin.

balanceren, zweven

laten poseren

verbe transitif

Le photographe a fait poser ses sujets.

bekleden, draperen

behangen

Nous avons terminé toute la peinture. Maintenant il ne nous reste plus qu'à tapisser.

platleggen

(mettre en position couchée)

Pour créer l'allée du jardin, Lucie a couché les dalles de pierre au sol.

zich concentreren op

(met de ogen)

Shaun a fixé la cible du regard et a lancé sa fléchette.

solliciteren

Ma seule tâche de la journée est de postuler à un emploi.

heroverwegen

Au début, Oliver avait hâte de rejoindre l'armée mais maintenant, il a des doutes (or: il se pose des questions).

een bod uitbrengen, een bod doen

J'ai fait une offre aux enchères sur l'élan empaillé et je l'ai remporté.

een vraag stellen

locution verbale

aandacht, belangstelling

La plupart des gens n'accordent aucunr importance aux problèmes auxquels font face les sans-abri.
De meeste mensen hebben geen oog voor de problemen van daklozen.

veronderstellen, aannemen

(soutenu)

Le professeur postula une augmentation spectaculaire de la population.

een verkeerde diagnose stellen

katheteriseren

locution verbale

ondersteunen, stutten

Ursula posa sa bêche contre le mur et plaça la plante dans le trou qu'elle venait de creuser.

zetten

(figuré) (van een val)

een verkeerde diagnose stellen

locution verbale

speculeren

verbe pronominal

Le gouvernement s'interroge actuellement sur les changements politiques qui doivent être appliqués.

vooronderstellen

Le professeur a postulé que les enfants apprennent mieux dans un environnement confortable.

tegen inbraak beschermen

een microchip plaatsen

katheteriseren

locution verbale

ontslag indienen

locution verbale

Il a donné sa démission parce qu'il en avait assez d'être traité comme un esclave.

landen

verbe pronominal (vogels)

Un vol d'étourneaux s'est posé sur le fil téléphonique.

poseren voor

(Photographie)

Quand notre famille posait pour une photo officielle, il était impossible d'avoir les cinq enfants qui se tiennent tranquilles.

een diagnose stellen

locution verbale

Les étudiants en médecine passent plusieurs mois à apprendre à poser des diagnostics.

veel moeite kosten

(être difficile)

Réparer la voiture m'a vraiment posé des problèmes.

informeren bij

Il a posé des questions à son père sur les possibilités de travail à l'usine.

voorzichtig neerzetten

verbe transitif

Le cycliste a posé sa bouteille en équilibre sur un rocher.

betegelen

(toit) (dak)

vragen

verbe intransitif

Vous êtes libre de poser des questions et d'argumenter, mais cela ne va rien changer.

strikken leggen

(Chasse)

Nous poserons des pièges dans la matinée et y retournerons plus tard pour voir ce que nous avons pris.

van een bodem voorzien

locution verbale

J'ai presque fini la caisse ; il ne me reste plus qu'à y ajouter (or: poser) un fond.

horren plaatsen

locution verbale

Nous devons poser des moustiquaires aux fenêtres pour empêcher les insectes de rentrer.

een kroon plaatsen op

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van poser in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.