Wat betekent ser in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord ser in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van ser in Portugees.

Het woord ser in Portugees betekent zijn, zijn, ... zijn, ... zijn geworden, zijn, wees, , wezen, bestaan, zelf, teruggaan, komen uit, 't is, b, bestaan, herhaalbaar, doorverkoopbaar, verschuldigd, vermeend, koud gemaakt worden, omgelegd worden, betamen, hoger in rang staan dan, dienstig zijn, stelling nemen tegen iets, veroveren, over de grond schuren, slepen, slobberen, bezuinigen op, korten op, lijden aan, betuttelen, overtreffen, overschrijden, bezwaar maken, model/mannequin zijn, geval, figuur, spelen, draaien, doorgeven, snauwen, bitsen, voorzien in, niet gevraagd, overbrugbaar, gemakkelijk te verwarren, onlosmakelijk, niet-inwisselbaar, niet-restitueerbaar, niet-verkleurend, opnieuw te beleven, draaibaar, roterend, gebruikt in de winkel, ver verwant, nooit te vergeten, onvergetelijk, nogal lelijk, bovennatuurlijk, door iets worden gegrepen, op het spel, tenzij, niet ter zake, penny, model zijn, diepste wezen, Opperwezen, echt mens, geil op, kan niet, kunt niet, kunnen niet, vertrouwd zijn met, op de hoogte zijn van, een koopje zijn, een man zijn, een succes zijn, een onmiddellijk succes zijn, hetzelfde zijn als, trouw zijn, trouw blijven, typisch zijn, tot de grond toe afbranden, wijs houden, als een verrassing komen, totaal onverwacht komen, volgen, het woord voeren, het woord doen, met de massa meelopen, leven en laten leven, gezamenlijk optreden, vertrouwd met, laten voorkomen, vanzelf spreken, voor zich spreken, zeggen waar het op staat, het beestje bij zijn naam noemen, onder de hamer, mild worden tegen iemand, van pas komen, ontslagen worden, blijken te zijn, afstammen van, stuntelen, klungelen, gefiltreerd worden, samenhangen, dubbelzinnig zijn, transformeren, trouwen, afbranden, aandraaien, vastdraaien, vastschroeven, overkomen, aanslaan, klooien. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord ser

zijn

verbo de ligação (evento: ocorrer) (wanneer)

O jogo é às oito horas.

zijn

verbo de ligação

Ela é policial.

... zijn, ... zijn geworden

verbo auxiliar (com particípio: voz passiva) (met vd: passief verleden)

Minha carteira foi roubada ontem.

zijn

verbo de ligação (custar) (kosten)

São sete dólares. Serão dez libras, por favor.

wees

(imperatief)

Esteja calado!

(passado)

Meus companheiros e eu não estávamos quando o proprietário chamou para recolher o aluguel.

wezen

substantivo masculino

Muitas pessoas acreditam que a galáxia está cheia de seres inteligentes.

bestaan

substantivo masculino (filosofia)

Filósofos debatem o sentido do ser.

zelf

substantivo masculino

Theresa odeia gente mentirosa com todas as partes do seu ser.

teruggaan

(in de tijd)

As memórias da minha avó são de muito tempo atrás.

komen uit

(ser nativo de)

A mãe de Kelsey vem do Canadá.

't is

(contração este/esta/isto) (informeel)

É quase hora de irmos.

b

(informeel, sms-taal)

Você vai estar em casa hoje?

bestaan

Em toda a existência, jamais vi uma paisagem tão bonita.

herhaalbaar

doorverkoopbaar

verschuldigd

vermeend

koud gemaakt worden, omgelegd worden

(informeel)

betamen

hoger in rang staan dan

(alguém)

dienstig zijn

stelling nemen tegen iets

(opinião contrária)

Você vai se opor à repressão do governo a imprensa?

veroveren

(figurado, informal: sucesso súbito) (figuurlijk)

over de grond schuren, slepen

Eu não sabia que minha encharpe arrastava-se pelo chão. Agora está imunda!

slobberen

(a roupa) (kleren)

Ela vestiu um casaco que afofava acima da cintura.

bezuinigen op, korten op

(ser econômico ou mesquinho)

lijden aan

(estar doente com)

Ele sofreu de diabetes a vida inteira.

betuttelen

(figurado)

overtreffen, overschrijden

bezwaar maken

Você quer construir uma estrada através da reserva natural? Eu objeto!

model/mannequin zijn

(trabalhar como modelo)

Ela modelou profissionalmente por três anos.

geval, figuur

Aquele cara é um osso duro de roer.

spelen, draaien

O que está passando hoje?

doorgeven

O cartão de aniversário passou de pessoa para pessoa.

snauwen, bitsen

Perguntei à Pippa se não tinha problema, mas ela esbravejou; acho que é melhor deixar ela quieta por enquanto.

voorzien in

Você pode receber gastos de viagens.

niet gevraagd

(pergunta: não expressa)

overbrugbaar

(letterlijk)

gemakkelijk te verwarren

locução adjetiva

onlosmakelijk

expressão

niet-inwisselbaar, niet-restitueerbaar

expressão

niet-verkleurend

locução adjetiva

opnieuw te beleven

expressão

draaibaar, roterend

gebruikt in de winkel

locução adjetiva

ver verwant

expressão

nooit te vergeten, onvergetelijk

nogal lelijk

expressão (figurado, de aparência desinteressante)

bovennatuurlijk

expressão

door iets worden gegrepen

(figurado)

Ela foi tomada por um desejo por alcachofras.

op het spel

(em estado de incerteza)

Zijn toekomst staat op het spel.

tenzij

(salvo se)

Vamos à loja agora, a não ser que você tenha uma idéia melhor.

niet ter zake

Se ele é ou não casado está fora de questão.

penny

(waarde)

model zijn

diepste wezen

substantivo masculino (alma)

Opperwezen

(Deus)

echt mens

expressão (pessoa)

A forma gentil que ela trata as pessoas a torna um ser humano real.
De vriendelijke manier waarop ze met mensen omgaat, maakt haar een echt mens.

geil op

expressão (gíria: atraído sexualmente por) (slang)

kan niet, kunt niet, kunnen niet

O Tim não pode ir ao piquenique no sábado.

vertrouwd zijn met, op de hoogte zijn van

een koopje zijn

expressão

een man zijn

(figuurlijk)

een succes zijn

een onmiddellijk succes zijn

expressão

hetzelfde zijn als

trouw zijn, trouw blijven

expressão

typisch zijn

expressão verbal (informal: algo esperado de alguém)

ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Hij is een half uur te laat, dat is nou typisch Erik.

tot de grond toe afbranden

(em incêndio)

wijs houden

locução verbal (cantar com as notas certas)

als een verrassing komen, totaal onverwacht komen

expressão verbal

volgen

expressão verbal

het woord voeren, het woord doen

met de massa meelopen

(gíria: fazer algo porque é popular) (figuurlijk)

leven en laten leven

gezamenlijk optreden

vertrouwd met

expressão

laten voorkomen

locução verbal (juridisch)

vanzelf spreken, voor zich spreken

zeggen waar het op staat, het beestje bij zijn naam noemen

(ser honesto e direto) (informeel, fig.)

onder de hamer

expressão verbal (em leilão) (figuurlijk, veiling)

O prédio datado de 1870, vai ser leiloado esse mês.

mild worden tegen iemand

locução verbal

Não seja mole comigo, você precisa dizer o que realmente pensa.

van pas komen

(mostrar-se útil)

Eu sempre guardo clips de papel na minha carteira. Nunca se sabe quando serão úteis.

ontslagen worden

locução verbal

blijken te zijn

expressão verbal

afstammen van

expressão

stuntelen, klungelen

gefiltreerd worden

expressão

samenhangen

dubbelzinnig zijn

locução verbal

transformeren

locução verbal

trouwen

locução verbal

Nunca pensei que você seria fisgado. Quem é a sortuda?
Ik had nooit gedacht dat je zou trouwen. Wie is de gelukkige dame?

afbranden

locução verbal (em incêndio)

A fábrica queimou foi destruída em um incêndio que matou 11 trabalhadores.

aandraaien, vastdraaien, vastschroeven

locução verbal

overkomen, aanslaan

expressão verbal (mensagem) (figuurlijk)

A mensagem do primeiro-ministro foi muito clara no discurso.

klooien

locução verbal (informeel)

Pare de ser frívolo e vamos discutir isso seriamente.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van ser in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.