Wat betekent taille in Frans?

Wat is de betekenis van het woord taille in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van taille in Frans.

Het woord taille in Frans betekent maat, lengte, omvang, lengte, hoogte, lengte, bijgeknipt, bijgepunt, middel, taille, rijzigheid, ceintuur, gordel, taille, middel, massa, gecoupeerd, lengte, bewerkt, snijden, snoeien, hakken, houwen, snijden, kerven, afsnoeien, afkappen, slijpen, snoeien, afsnoeien, snoeien, bijsnoeien, afsplinteren, schilferen, slijpen, knotten, afknotten, toppen, snoeien, snoeien, besnoeien, snijden, doorsnijden, knippen, uithouwen, kerven, graveren, een figuur uit hout snijden, uitdunnen, afnemen, afscheren, snoeien, in model brengen, fatsoeneren, snoeien, puntenslijper, loggerzeil, trimmer, puntenslijper, verkleinen, reduceren, inkrimpen, heggenschaar, haagschaar, snoeischaar, overwoekerd, middelgroot, enorm, reusachtig, middelgroot, niet opgewassen tegen, niet bestand tegen, taille, blok natuursteen, kolenfront, tekengrootte, groot formaat, heupbroek, strakke broek rond de heupen, kleine maat, grote maat, opgewassen tegen, afslanken, terugschroeven, heupjeans, verkleinen, kleiner maken, bovenmaatse vis. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord taille

maat

(vêtements)

Cette robe est une taille 38 (or: Cette robe, c'est du 38).

lengte, omvang

nom féminin (d'une personne)

Il joue bien au basket pour sa taille.

lengte

nom féminin (d'une personne) (persoon)

Jane compense sa petite taille par une forte personnalité.

hoogte, lengte

(d'un bâtiment,...)

De la base au sommet, la colonne a une hauteur de quatre mètres (or: fait quatre mètres de haut).

bijgeknipt, bijgepunt

adjectif

middel

nom féminin (d'une personne)

La plupart des gens trouvent que leurs tailles grossissent avec l'âge.

taille

nom féminin

Ce jeans fait 82 cm à la taille.

rijzigheid

Je l'ai reconnu de loin à sa taille.

ceintuur, gordel

nom féminin (d'un vêtement)

Je crois que j'ai pris un peu de poids ; la taille de ce pantalon est un peu trop serrée.

taille

nom féminin (kleding)

Cette robe a une taille étroite et s'accroche à la silhouette.

middel

nom féminin

Sa taille ne cessait de s'élargir, il dut alors acheter de nouveaux vêtements plus grands.

massa

nom féminin

Les étudiants avaient du mal à s'imaginer la taille des animaux comme le tyrannosaure.

gecoupeerd

(barbe, haie) (oren)

lengte

(van persoon)

bewerkt

(marbre)

snijden

En classe de maternelle, la découpe et le collage sont monnaie courante.

snoeien

Le jardinier a fait l'élagage quotidien.

hakken, houwen

verbe transitif (sculpter)

Le tailleur de pierre va tailler des marches dans le granit.

snijden, kerven

verbe transitif (la pierre,...)

afsnoeien, afkappen

slijpen

verbe transitif (un crayon)

La mine du crayon de Tara était usée alors elle l'a taillée.

snoeien, afsnoeien

(courant : un arbre, une haie)

Melanie a taillé la haie pour qu'elle soit plus nette.

snoeien, bijsnoeien

verbe transitif

Je dois finir de tailler la haie avant qu'il ne pleuve.

afsplinteren, schilferen

slijpen

verbe transitif (crayon)

Pourrais-tu taille ce crayon, s'il te plaît ?

knotten, afknotten, toppen

verbe transitif (une plante) (boom)

Le jardinier a taillé l'arbre.

snoeien

verbe transitif (Jardinage)

Le jardinier a soigneusement taillé les haies.

snoeien, besnoeien

(arbre)

snijden, doorsnijden

(un vêtement)

knippen

(avec des ciseaux)

uithouwen, kerven, graveren

verbe transitif

Le charpentier coupa (or: tailla) le morceau de bois avec grande industrie.

een figuur uit hout snijden

verbe transitif (une statue)

uitdunnen, afnemen

Une fois le défilé fini, la foule s'est dispersée.

afscheren, snoeien

verbe transitif

Le jardinier a tondu presque la moitié du buisson pour qu'il soit à la hauteur du reste de la haie.

in model brengen, fatsoeneren

(une barbe, une moustache)

Fred taillait sa barbe tandis que Jane s'habillait.

snoeien

verbe transitif (figuré) (figuurlijk)

L'entreprise connaît des difficultés ; nous allons devoir réduire les effectifs.

puntenslijper

Il y a un taille-crayons à l'intérieur de la porte de la salle de classe.

loggerzeil

nom masculin (scheepvaart)

trimmer

nom masculin invariable (outil de jardin) (tuingereedschap)

puntenslijper

La mine du crayon de Jake était cassée alors il a dû utiliser son taille-crayon.
De punt van Jans potlood brak af, dus gebruikte hij zijn puntenslijper.

verkleinen, reduceren, inkrimpen

heggenschaar, haagschaar, snoeischaar

nom masculin (outil)

overwoekerd

locution adjectivale (plante,...)

Le lierre qui n'a pas été taillé a recouvert l'extérieur du bâtiment.

middelgroot

locution adjectivale

enorm, reusachtig

Isabel prétend avoir vu une araignée géante dans la salle de bain.

middelgroot

locution adjectivale

Le Fokker 100 est un avion de taille moyenne.

niet opgewassen tegen, niet bestand tegen

taille

nom masculin (d'une personne)

Le tailleur va prendre votre tour de poitrine et votre tour de taille.

blok natuursteen

nom féminin

kolenfront

nom masculin

tekengrootte

nom féminin (computer: tekst)

Augmente la taille de la police et je pourrai peut-être la lire.
Vergroot de tekengrootte en ik zal het misschien dan kunnen lezen!

groot formaat

nom féminin

La grande taille de ce véhicule le rend difficile à garer dans une place de parking ordinaire. Du fait de sa grande taille, il est difficile de lui trouver des vêtements de prêt-à-porter à sa taille.

heupbroek

strakke broek rond de heupen

nom masculin

kleine maat

nom féminin

Vous auriez ce costume en petite taille ?

grote maat

nom féminin (vêtements)

La veste est disponible en grande taille.

opgewassen tegen

(suffisamment bon pour [qch])

Il est fort, et de taille à faire ce travail.

afslanken, terugschroeven

(figuurlijk)

heupjeans

verkleinen, kleiner maken

verbe transitif

L'entreprise de céréales a réduit la taille de l'emballage.

bovenmaatse vis

nom masculin (voldoet aan minimum)

Le pêcheur a attrapé beaucoup de poissons mais aucun n'était (un poisson) de taille réglementaire.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van taille in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.