Wat betekent lleno in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord lleno in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van lleno in Spaans.

Het woord lleno in Spaans betekent vullen, opvullen, vullen, volbrengen, uitvoeren, benzine tanken, vullen, opvullen, vullen, bevredigen, tevredenstellen, bevredigen, vol, vullen met, volstouwen met, invullen, doen vollopen, vullen, opvullen, overstelpen, vullen, onderdompelen, beladen, inladen, laten lopen/stromen, sluiten, vullen, aanvullen, bevoorraden, volstouwen, invullen, invullen, vol, gevuld, verzadigd, uitverkocht, met gecomprimeerd gas gevulde kamer, tjokvol, overvol, propvol, doorspekt, stijf, dicht, vol, opgeblazen, wemelend, overvol, vol, gevuld, overvol, overvol, afgeladen, overvol, boordevol, vol, volgepropt, volgeboekt, volgeboekt, vetmesten, te vol doen, doen overlopen, volproppen, baden, voeden, bijvullen, tanken, tevredenstellen, bevredigen, dolblij maken, volstoppen, volproppen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord lleno

vullen, opvullen

Llenó la botella con agua.

vullen

Llena tu taza antes de que dejen de servir té.

volbrengen, uitvoeren

(van een order of bestelling)

El farmacéutico llena cientos de prescripciones al día.

benzine tanken

verbo transitivo

Alison llenó el tanque de gasolina.

vullen, opvullen

Las cajas llenaron por completo el depósito.

vullen

verbo transitivo (ideeën, gedachten)

Algunas nociones muy peculiares parecen llenar su mente.

bevredigen

(coloquial)

No puedo decir que mi trabajo en el supermercado realmente me llene.

tevredenstellen, bevredigen

El desempeño del empleado no llenó las expectativas del gerente.

vol

verbo transitivo

Llenaste demasiado esa lata de galletas, saca algunos.

vullen met, volstouwen met

verbo transitivo (van mensen)

Los colaboradores del candidato llenaron el salón con partidarios.

invullen

Por favor primero llene (or: complete) el formulario.

doen vollopen

vullen, opvullen

(el tiempo)

¿Cómo ocupabas tu tiempo cuando estabas enfermo?

overstelpen, vullen

Los compradores atestaron el centro comercial el día después de Acción de Gracias.

onderdompelen

(figuurlijk)

La luz del sol de verano inundó el patio.

beladen, inladen

Los hombres cargaron el camión y se fueron.

laten lopen/stromen

(baño)

Déjame que te prepare un baño.
Ik zal een bad voor je vol laten lopen.

sluiten, vullen

(abertura)

Los albañiles cerraron la pared con el último ladrillo.

aanvullen, bevoorraden

Cuando se baje la carga del camión podremos reponer mercadería en los estantes.

volstouwen

(van mensen)

Atestaron tanto la sala de conciertos con tanta gente que no era posible ver al grupo musical.

invullen

Si no completas todos los campos en el formulario, el inspector sospechará.

invullen

Asegúrate de completar (or: llenar) la solicitud antes de la entrevista.

vol, gevuld

adjetivo

Esta caja ya está llena. ¿Me pasas otra?

verzadigd

(persoon: eten)

El invitado no quiso otra porción diciendo "no gracias, estoy lleno".

uitverkocht

Se prevé que el concierto va estar lleno, por lo que compra pronto tus entradas.

met gecomprimeerd gas gevulde kamer

nombre masculino

tjokvol, overvol, propvol

(informeel)

Las películas de este director están llenas de violencia.

doorspekt, stijf

(figuurlijk)

El productor rechazó el manuscrito lleno de errores.

dicht, vol

El bosque estaba lleno de arbustos.

opgeblazen

Fue muy cómodo dormir en el colchón inflado.

wemelend

Elegimos nuestro camino a través de las calles repletas de Londres.

overvol

vol

Mi cuaderno ya está completo, debería comprar otro.

gevuld

El estudio académico estaba repleto de notas y citas.

overvol

(de objetos) (voorwerpen)

Barbara no encontraba nada en su cartera repleta.

overvol, afgeladen

(met mensen)

overvol, boordevol

vol, volgepropt

(coloquial)

Estoy atiborrado con tanta lasaña y pan de ajo.

volgeboekt

adjetivo (vacantes)

El hotel que nos gustaba estaba lleno, así que buscamos otro cerca de ese.

volgeboekt

adjetivo (tiempo)

vetmesten

(eten; figuurlijk, informeel)

Llenó a los niños dándoles muchas patatas.

te vol doen, doen overlopen

volproppen

(informeel)

baden

La cálida luz del sol inundaba la habitación.

voeden, bijvullen

(figurado) (figuurlijk)

La luz de sol impulsa casi toda la vida en la tierra.

tanken

tevredenstellen, bevredigen

(persona)

La jefa de Harry es demasiado exigente. Es difícil satisfacerla.

dolblij maken

(AmL)

volstoppen, volproppen

Por favor, llévate tus pertenencias. No hace falta que me llenes de porquerías el coche.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van lleno in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.