Wat betekent trust in Engels?

Wat is de betekenis van het woord trust in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van trust in Engels.

Het woord trust in Engels betekent vertrouwen, vertrouwen, vertrouwen, vertrouwen op, rekenen op, vertrouwen, vertrouwen, vertrouwen, vertrouwen, verantwoordelijkheid, krediet, hoede, bewaring, trust, trust, kartel, vertrouwen hebben, vertrouwen, vertrouwen hebben, toevertrouwen, vertrouwen hebben in, trust, faith, belief, trust, trust, count on, rely on, trust, trust, have no faith in, win the trust of, antitrust-, zijn vertrouwen stellen in. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord trust

vertrouwen

transitive verb (believe)

She trusts his words.

vertrouwen

transitive verb (have confidence in)

I trust my brother.

vertrouwen

transitive verb (can rely on)

He trusts his car.

vertrouwen op, rekenen op

transitive verb (rely on [sb])

He trusts her to help him.

vertrouwen

noun (confidence)

You have my trust - I feel I can tell you anything.

vertrouwen

noun (reliance on integrity)

My trust in your honesty is absolute.

vertrouwen

noun (hope)

I have trust in the tutor now, and hope that I will be alright.

vertrouwen

noun (confident expectation)

Trust that he will not let me down is important to me.

verantwoordelijkheid

noun (responsibility, obligation)

He will not abuse the position of trust which he has been given.

krediet

noun (credit)

We sell on trust to certain customers we know well.

hoede, bewaring

noun (custody)

Roxburgh castle remained in the trust of William Neville.

trust

noun (law: fiduciary management) (rechten)

He put money in trust for his son.

trust, kartel

noun (commerce: monopoly, oligopoly)

The regulators who attacked monopolies were called "trust busters."

vertrouwen hebben

intransitive verb (rely upon)

It took her a long time to learn to trust.

vertrouwen, vertrouwen hebben

intransitive verb (hope)

Many people trust in destiny.

toevertrouwen

transitive verb (entrust)

I trust my life to you.

vertrouwen hebben in

transitive verb (hope)

I trust that you had a good time.

trust

(bedrijfsconcentratie)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

faith, belief, trust

(vertrouwen in waarheid)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

trust

(zich verlaten op)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

count on

(vertrouwen stellen in)

rely on

(figuurlijk (gebruiken als basis)

trust

(geloof in iemands betrouwbaarheid)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

trust

(met voorzetsel "op" (rekenen op)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

have no faith in

(niet vertrouwen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

win the trust of

(in de gunst komen van)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

antitrust-

adjective (mainly US (business: preserving competition) (in samenst. anglicisme)

zijn vertrouwen stellen in

transitive verb (have faith in)

You can put your trust in me.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van trust in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van trust

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.