Wat betekent fogo in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord fogo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fogo in Portugees.

Het woord fogo in Portugees betekent vuur, vuur, door het vuur gaan voor, geweervuur, vuur, vuurtje, smaak, pit, aansteken, in brand steken, in brand zetten, staakt-het-vuren, fosforescerend licht, enthousiast, opgewonden, vuurvast, brandvrij, met mondjesmaat, Op uw plaatsen, klaar, af!, spervuur, brandbestrijding, vuurbal, vuurgloed, vuurkracht, plekje bij de haard, artillerist, brandgang, vuurlinie, in vlammen opgaan, in brand steken, smeulen, het vuren staken, het vuur openen, smeulend, gloeiend, bij de haard, kritiek, aanmerking, spervuur, paddenstoelwolk, vuurlinie, aansteken, sudderen, pruttelen, raket, vuurpijl, stoven, stoven, aanwakkeren, voeden, in brand steken, ontvlammen, schieten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fogo

vuur

substantivo masculino (combustão)

O fogo produz calor e luz.

vuur

substantivo masculino (figurado) (figuurlijk)

Ela estava cheia de fogo e energia.

door het vuur gaan voor

substantivo masculino (figurado) (figuurlijk)

Ele passou pelo fogo para tentar encontrá-la novamente

geweervuur

(descarga de armas de fogo)

Ele podia ouvir o tiroteio nas proximidades.

vuur

Três carros de bombeiro foram chamados para lidar com o incêndio na fábrica.

vuurtje

Ei, você tem um isqueiro?

smaak, pit

(figurativo)

aansteken, in brand steken, in brand zetten

Eles queimaram a grande pilha de lixo que haviam coletado.

staakt-het-vuren

substantivo masculino

fosforescerend licht

(op rottend hout)

enthousiast, opgewonden

(informal, vulgar, gíria, ofensivo!)

vuurvast, brandvrij

locução adjetiva

met mondjesmaat

locução adverbial (um pouco de cada vez)

ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês We schilderden het huis met mondjesmaat, dus het duurde een jaar.

Op uw plaatsen, klaar, af!

(usado para começar uma corrida) (formeel)

spervuur

brandbestrijding

expressão verbal

vuurbal

vuurgloed

vuurkracht

substantivo feminino

plekje bij de haard

artillerist

(leger)

brandgang

substantivo feminino

vuurlinie

in vlammen opgaan

(incendiar-se)

Ele assistiu desolado sua casa virar cinzas.
Hij keek wanhopig toe hoe zijn huis in vlammen opging.

in brand steken

expressão verbal

smeulen

het vuren staken

(guerra) (militair)

het vuur openen

expressão (figurado, começar a atirar)

smeulend, gloeiend

locução adjetiva

bij de haard

locução adjetiva

kritiek, aanmerking

spervuur

(figurado) (figuurlijk)

paddenstoelwolk

vuurlinie

(figurado) (figuurlijk)

aansteken

expressão verbal (figurado, animado) (figuurlijk)

sudderen, pruttelen

A sopa estava fervendo em fogo baixo no fogão.

raket, vuurpijl

Os fogos de artifício explodiram em um brilho de estrelas coloridas.

stoven

locução verbal

A carne estava cozinhando em fogo lento numa panela sobre o fogão.

stoven

expressão

Cozinhe-o em fogo baixo durante quatro horas.

aanwakkeren, voeden

(figuurlijk)

Problemas financeiros alimentaram a discussão entre Mary e Kyle.

in brand steken

expressão verbal

Os ladrões de carros atearam fogo no carro quando já haviam terminado com ele.

ontvlammen

expressão verbal

Lou jogou um fósforo e a gasolina pegou fogo.

schieten

expressão verbal

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fogo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.