Wat betekent entrar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord entrar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van entrar in Spaans.

Het woord entrar in Spaans betekent naar binnen gaan, instappen, doordringen, binnendringen, indringen, toegelaten worden, passen, passen, binnenkomen, om de hoek komen kijken, wegwerken, via een kanaal bezorgen, binnenkomen, binnengaan, opkomen, binnengaan, binnenkomen, komen, gaan, binnenkomen, voorzien van, in iets doordringen, binnendringen, indringen, in dienst gaan, bruisen, mousseren, binnenvallen, opwarmen, opnieuw toetreden, erven, tegenstrijdig zijn, met elkaar in strijd zijn, het zicht belemmeren, in paniek brengen, bang maken, forceren, afdwingen, in conflict, in detail treden, ten strijde trekken, uitbarsten, aangaan, wakker worden, ergens op ingaan, binnengaan, inbreken in, inbreken in, te veel geld pinnen, te veel geld opnemen, iemand binnenlaten, ergens naar binnen gaan, passen in, weer met beide benen op de grond doen staan, opkomen, onrechtmatig betreden, opwarmen, op iets ingaan, in paniek handelen, gratis toegang verkrijgen, inpassen, stuwen, persen, meedoen aan, als groep gaan, passen in, toegang hebben tot, toelaten, marcheren, crashen, doordringen, hysterisch doen, iemand in trance brengen, inbreken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord entrar

naar binnen gaan

verbo intransitivo

Hace calor afuera. ¿Quieres entrar?
Het is heet buiten. Wil je naar binnen gaan?

instappen

(auto)

Abrí la puerta y entré.

doordringen, binnendringen, indringen

Los soldados entraron en el edificio del gobierno y tomaron el control.

toegelaten worden

De 20.000 solicitudes a la universidad el año pasado, solamente entraron 3.000.

passen

Mis zapatos ya no me quedan.

passen

La pieza no cabe porque es de otro tamaño.

binnenkomen

verbo intransitivo

Cuando la famosa actriz entró a la habitación, todos se dieron vuelta para mirarla.

om de hoek komen kijken

(figurado) (figuurlijk)

Necesitamos a un experto, y aquí es donde entras tú.
We hebben advies van een expert nodig, en dat is waar jij om de hoek komt kijken.

wegwerken

verbo transitivo (figurado)

Ik heb nog heel wat dossiers weg te werken.

via een kanaal bezorgen

verbo transitivo

Entraban la droga por la ciudad fronteriza.

binnenkomen, binnengaan

Pueden entrar, pero por favor toquen a la puerta para anunciar su presencia.

opkomen

verbo intransitivo (marea) (vloed)

Hoy entró la marea alta hacia las tres de la tarde.

binnengaan, binnenkomen

verbo intransitivo

Por favor entre (o: pase), la puerta está abierta.

komen

(moverse hacia uno)

Ven aquí y lee esto.

gaan

El sofá sencillamente no pasa por la puerta.

binnenkomen

Charles hizo una entrada en el estudio.

voorzien van

En esta carpa caben (OR: entran) cinco personas.

in iets doordringen, binnendringen, indringen

Los exploradores penetraron el interior de la jungla.

in dienst gaan

locución verbal (leger, bedrijf)

Se va a jubilar del ejército el año que viene; tenía sólo dieciocho cuanto quiso entrar.
Hij zwaait volgend jaar af uit het leger; hij was pas achttien jaar oud toen hij in dienst ging.

bruisen, mousseren

binnenvallen

(ES, coloquial) (informeel)

No les gustará que nos colemos.

opwarmen

Entremos a calentarnos, estuvimos aquí afuera mucho tiempo.

opnieuw toetreden

erven

Accedió a una gran fortuna cuando era joven.

tegenstrijdig zijn, met elkaar in strijd zijn

Las opiniones de los médicos difieren.

het zicht belemmeren

Lauren intentó bloquear las imágenes en su mente.

in paniek brengen, bang maken

Ver a la policía aterrorizó a Jeremy.

forceren, afdwingen

locución verbal

El ejército entró en la ciudad por la fuerza.

in conflict

El acusado estaba muy consciente de que, al aceptar el soborno, estaba en conflicto con la ley.

in detail treden

Sin entrar en detalles, dime por qué está vacío el frasco de galletas.

ten strijde trekken

locución verbal

Gran Bretaña entró en guerra con Alemania en 1914.

uitbarsten

¿Cuándo fue la última vez que el Monte Etna entró en erupción?

aangaan

No tengo intenciones de entrar en una discusión sobre política contigo, acordemos en que no estamos de acuerdo.

wakker worden

locución verbal (formal) (fig., informeel)

Usted tiene que entrar en razón y pedirle disculpas al director.

ergens op ingaan

Ella siempre intenta meterse en todas las movidas.

binnengaan

Entró en la casa.

inbreken in

La policía atrapó al hombre que entró a robar en mi casa.

inbreken in

(casa)

te veel geld pinnen, te veel geld opnemen

Entré en descubierto cuando accidentalmente saqué 500 en vez de 50.

iemand binnenlaten

locución verbal

Lo siento, la tienda está cerrada y ya no puedo dejarle entrar.

ergens naar binnen gaan

Entré en la casa.
Ik ging het huis binnen.

passen in

Engordé y ya no cabía dentro de mi uniforme.

weer met beide benen op de grond doen staan

locución verbal

Decirle que estaba en quiebra la hizo entrar en razón y dejar de comprar compulsivamente.

opkomen

locución verbal (op toneel)

Cuando ella diga "Oh, Romeo, Romeo", tú entras en escena.

onrechtmatig betreden

(sin autorización)

Si entras en su rancho sin autorización puede que te dispare.

opwarmen

(ejercicio)

Antes de comenzar el entrenamiento, vamos a hacer algunos ejercicios para entrar en calor.

op iets ingaan

(figuurlijk)

Es un historia larga, no entremos en eso ahora.
Het is een lang verhaal; laten we er nu niet op ingaan.

in paniek handelen

Jeremy sintió pánico y huyó cuando vio a la policía.

gratis toegang verkrijgen

locución verbal

inpassen

locución verbal

¿Cuántos países podemos hacer entrar en nuestro viaje de dos semanas?

stuwen, persen

locución verbal

Taladra un hoyo en la base y gradualmente haz entrar la vara en el hueco.

meedoen aan

Decidió entrar en la competición para ver si podía ganar.

als groep gaan

Los niños entraron en tropel y se sentaron para comenzar la clase.

passen in

toegang hebben tot

¿Puedes acceder a ese archivo o está bloqueado?

toelaten

El personal no deja entrar a nadie después de las cinco en punto.

marcheren

(militair)

Los estudiantes obedientemente entraron en fila al aula, uno por uno.

crashen

El mercado de valores cayó estrepitosamente en 1929.

doordringen

No le entraba en la cabeza que le habían despedido y fue a trabajar al día siguiente.

hysterisch doen

Paul entró en pánico cuando vio que algo se movía en la oscuridad.

iemand in trance brengen

inbreken

(por la fuerza)

Los delincuentes entraron a la casa

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van entrar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van entrar

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.