Wat betekent chamar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord chamar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van chamar in Portugees.

Het woord chamar in Portugees betekent roepen, roepen, roepen, noemen, roepen, noemen, noemen, vinden, wekken, lokken, roepen, ontbieden, aanroepen, wenken, doen stoppen, noemen, uitnodigen, trekken, laten komen, oproepen, uitnodigen, wenken, uitnodigen, oproepen, bezweren, noemen, kotsen, nekken, kotsen, nekken, geroepen worden, genoemd worden, binnenhalen, een zetje geven, nekken, kotsen, aandacht trekken, de aandacht op iets vestigen, in het oog springen, de aandacht richten op iets, kotsen, nekken, verkeerd noemen, aandacht trekken, aandacht vragen, de aandacht trekken, mee uit vragen, de aandacht vestigen op, snoeven, opscheppen, zich uitsloven, iemand met meneer aanspreken, iem. met zijn voornaam aanspreken, iemand ophalen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord chamar

roepen

verbo transitivo

Jim, sua mãe está lhe chamando.

roepen

verbo transitivo (falar em voz alta)

Ele chamou os nomes da lista e nós os escrevemos.

roepen

verbo transitivo

Chame o próximo candidato, por favor.

noemen

verbo transitivo (dar nome)

O bebê nasce em três semanas, mas ainda não sabemos como vamos chamá-lo.

roepen

verbo transitivo

Deus o chamou ao celibato.

noemen

verbo transitivo

Como ousa me chamar de trapaceiro!?

noemen, vinden

Eu chamo isso de escândalo.

wekken

verbo transitivo (hotel)

Você quer ser acordada pela manhã?

lokken

Ele atraiu o galo-silvestre até a clareira.

roepen

verbo transitivo

O mar o estava atraindo.

ontbieden

(formeel)

aanroepen

verbo transitivo

Chamei um táxi para voltar para casa porque bebi demais.

wenken, doen stoppen

verbo transitivo

O porteiro vai chamar um táxi para você.

noemen

verbo transitivo (dar nome a)

Eles vão chamar o bebê de Michael.

uitnodigen

(figurado) (figuurlijk)

As luzes brilhantes de Nova York estão me chamando.

trekken

O número de malabarismo do palhaço atraiu uma multidão.

laten komen, oproepen

(contatar mediante bipe)

Nós temos que bipar o chefe porque há um problema.

uitnodigen, wenken

verbo transitivo

uitnodigen

verbo transitivo

Aaron está dando uma festa neste final de semana e convidou todos os amigos dele.

oproepen, bezweren

verbo transitivo

noemen

verbo transitivo (dar nome a)

Vamos chamar a música de "Furtive Mission".

kotsen, nekken

(informeel)

kotsen, nekken

(informeel)

geroepen worden, genoemd worden

verbo pronominal/reflexivo

Meus irmãos se chamam Paul, David e Brian.

binnenhalen

(figuurlijk)

O novo sinal em neon na nossa janela está realmente atraindo os clientes.

een zetje geven

(figurado) (figuurlijk)

Os amigos do Miguel tiveram que empurrá-lo algumas vezes para conseguir que ele se candidatasse a um novo emprego.

nekken, kotsen

(vulgair)

aandacht trekken

expressão

de aandacht op iets vestigen

expressão verbal (salientar algo)

in het oog springen

(ser notável) (figuurlijk)

de aandacht richten op iets

kotsen, nekken

(BRA, gíria) (informeel)

verkeerd noemen

locução verbal

aandacht trekken, aandacht vragen

expressão

de aandacht trekken

expressão verbal

Roupas berrantes chamam atenção.

mee uit vragen

(BRA)

Ele chamou-a para sair.
Hij vroeg haar mee uit.

de aandacht vestigen op

snoeven, opscheppen

zich uitsloven

iemand met meneer aanspreken

locução verbal

iem. met zijn voornaam aanspreken

expressão verbal

iemand ophalen

expressão verbal

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van chamar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.