Wat betekent casar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord casar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van casar in Portugees.

Het woord casar in Portugees betekent weggeven, combineren met, bij elkaar passen, trouwen, verbinden, combineren, in de echt verbinden, trouwen, trouwen met, trouwen, lekker zitten, trouwen, trouwen, huwen, trouwen, hertrouwen, huwen, trouwen, trouwen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord casar

weggeven

verbo transitivo (promover matrimônio de) (figuurlijk)

combineren met, bij elkaar passen

(reunir por afinidade)

trouwen

verbo transitivo (unir em matrimônio)

verbinden, combineren

verbo transitivo (reunir)

in de echt verbinden

verbo transitivo (formeel)

trouwen

verbo pronominal/reflexivo

Nós vamos nos casar no começo do ano novo.
We gaan trouwen in het voorjaar.

trouwen met

verbo pronominal/reflexivo (unir-se por matrimônio, matrimoniar)

Ela casou-se com o marido há dois anos.

trouwen

verbo pronominal/reflexivo (unir-se em matrimônio, matrimoniar)

lekker zitten

(figuurlijk)

De situatie zit me niet lekker.

trouwen

trouwen, huwen

verbo pronominal/reflexivo

trouwen

verbo pronominal/reflexivo

hertrouwen

huwen, trouwen

verbo pronominal/reflexivo

trouwen

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van casar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.