Wat betekent tía in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord tía in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van tía in Spaans.
Het woord tía in Spaans betekent oom, oom, kerel, vent, maat, vriend, hoe heet ie nou, gozer, kerel, gast, man, kerel, wow, kijk, zo, poeh, oef, gast, vent, kerel, gozer, kerel, vent, kerel, kerel, gozer, gast, man, figuur, man, individu, vent, kerel, reus, kerel, jongen, broeder, vriend, doorsnee mens, de gewone man, kerel, vent, dude, man, persoon, dingetje, type, geluksvogel, fijne kerel, fijne vent, goed mens, stoere vent, Uncle Sam, oudoom, coole gast, fijne gozer, doe normaal!, doe effe normaal!, oudoom, neef, sportieve/goede verliezer. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord tía
oomnombre masculino Malcolm es el hermano de mi madre así que es mi tío. |
oomnombre masculino David está casado con la hermana de mi padre, así que es mi tío. |
kerel, vent(AR, coloquial) (spreektaal) Jack es un tipo amistoso. Todos lo quieren. |
maat, vriendnombre masculino (coloquial) (aanspreekvorm) |
hoe heet ie nou(ES) (informeel) |
gozer, kerel, gast(ES: informal) (aanspreekvorm, informeel) ¡Eh, tío!, ¡no puedes estacionar tu auto allí! |
man, kerel(ES, coloquial) ¿Qué tal lo llevas, tío? |
wow, kijk(ES, coloquial) ¡Eh, tío! ¡Mira lo que me he encontrado! |
zo, poeh, oef(ES, coloquial) ¡Jo, tío! Vaya escalera más difícil de subir. |
gastnombre masculino (coloq) (slang) Ese Chas es un tío guay. |
vent, kerel(informeel) Me cae bien Geoff, es un buen tipo. |
gozer, kerel(coloquial) (informeel) Miré por la ventana y vi a un tipo caminando por la calle. |
vent, kerel(spreektaal) Hay un chico en la esquina vendiendo helado. |
kerel, gozer, gast(coloquial) (informeel) Oye, colega. ¿Me prestas diez centavos? |
man
|
figuur(objeto) (persoon) |
man
Aquel hombre de allí es el que me ha robado la cartera. |
individu
Sólo apareció un individuo a la hora de la inauguración. |
vent, kerel(informeel) |
reus, kerel, jongen(figurado) ¿Cómo te va, viejo? |
broeder, vriendnombre masculino Seamos amables con nuestros hermanos, y tratemos a todos los seres humanos con respeto y decencia. |
doorsnee mens, de gewone man(coloquial) Joe es un tipo decente una vez que lo conoces. |
kerel, vent(individuo) Es sólo un hombre que conocí en el autobús. |
dude, man(AmL, coloquial) |
persoon(coloquial) Es una tipa difícil. |
dingetje(AR) (informeel) |
type
Es un tipo raro. No habla casi nada. |
geluksvogel(figuurlijk) |
fijne kerel, fijne vent, goed mens
|
stoere ventnombre masculino (informeel) Quiere que todos piensen que él es un tío duro. |
Uncle Samnombre masculino (anglicisme) El personaje del Tío Sam se creó para inspirar el patriotismo. El Tío Sam me manda todos los meses sin falta mi cheque del seguro social. |
oudoomnombre masculino Mi tío abuelo tiene una pequeña granja en Iowa. |
coole gast, fijne gozer(AR, coloquial) (informeel) Conocí a Juan en la fiesta el fin de semana pasado. Es un tipo piola. |
doe normaal!, doe effe normaal!locución interjectiva (ES, coloquial) (informeel) ¡Tranqui tío! Deja de preocuparte que no es para tanto. |
oudoomlocución nominal masculina Mary, te presento a mi tío abuelo Pete. |
neeflocución nominal con flexión de género (mannelijk) |
sportieve/goede verliezer
¿Serías un buen chico y me prestarías algo de dinero? |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van tía in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van tía
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.