Wat betekent s in Engels?

Wat is de betekenis van het woord s in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van s in Engels.

Het woord s in Engels betekent S, s, S, go unnoticed, chemist, chemist's, chemist's shop, work one's way through, crew, ladies' watch, doctor's assistant, practice, chemist's, devil's claw, chemist, chemist's, chemist's shop, wholesaler's, very nearly, only just, it's all right, it doesn't matter, snail's shell, hairdresser's, hairdresser's, hairdresser's, cash desk, children's book, children's farm, petting farm, children's party, nursery, baby's room, child's play, child's play, child's drawing, children's drawing, hermitage, toque, Koninginnedag, Queen's Day, cornflower, bachelor's button, cot, lion's share, lingerie, Mother's Day, New Year's Day, with one's head held high, Day of the monarch's speech, toast, driver's license, bull's eye, secretariat, Down syndrome, Down's syndrome, reconsider, Father's Day, finger, finger's breadth, fingerbreadth, digit, it's true, that's why, that's the reason, be silent, be quiet, steenworp, adamsappel, oogappel, atelier, zsm, ten einde raad, ten einde raad, vrijgezellenfeest, bachelorgraad, herenkapper, herenkapsalon, barbershop, de deur plat lopen, beginnersgeluk, namens iemand/iets, vogelnest, vogelnestje, bootsman, boots, roos, donderpad, slagerij, kamelenhaar, kamelenhaar, kamelenharen, in het oog springen, koksmuts, apotheek, farmacie, je beoordelingsvermogen laten vertroebelen, poedersuiker, tandartsstoel, advocaat van de duivel, de aandacht richten op iets, regisseursstoel, troon, zijn / haar best doen om te, dokterspraktijk, crème de la crème, poppenhuis, de puntjes op de i zetten, syndroom van Down, mongolisme, syndroom van Down, zijn wapen trekken, zijn pistool trekken, bestuurdersplaats, roer, rijexamen, apotheek, iem. iets inhameren, een getekend gezicht hebben, Vaderdag, in godsnaam, voor wat het waard is, op iemands zenuwen werken, iemand op de zenuwen werken, op stang jagen, waar voor je geld krijgen, naar iemands hoofd stijgen, naar iemands hoofd stijgen, geitenkaas, gelukkig maar!, iemands droom in vervulling doen gaan, iemands verzoek inwilligen, fourniturenwinkel, haar, iemand verdedigen, zich vermaken ten koste van een ander, hij is, verdorie, op je gezondheid, proost, steile bergrug, steile bergkam, iemand op de hielen zitten, in iemands plaats, in iemands plek, 't is, 't heeft, het is nogal een een eindje, het is een gegeven, het is een feit, het maakt me niet uit, het maakt me allemaal niet uit, dat is voor mij gelijk, het is tijden geleden dat, het is kinderspel, we zijn nog maar in het beginstadium, het is hoog tijd dat je, het wordt hoog tijd dat je, niets te vroeg, precies op tijd, t' is niets, het stelt niets voor, Jakobsladder, juwelier, zich amuseren, zich vermaken, fortuin, kapitaal, snede, iemand uitlachen, een stempel drukken, laten we, Ja!, Oké!, feminist, levenswerk, iemands haar overeind doen staan, iemands haren te berge doen rijzen, het water in de mond doen lopen, moederskindje, broek. lange broek, mannentoilet, herenkleding, Mondje dicht!, Oudejaarsavond, niemandsland, woestenij. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord s

S

(small) (small)

s, S

(19e letter van het alfabet) (letter)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

go unnoticed

(vergeten worden)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

chemist, chemist's, chemist's shop

(winkel voor geneesmiddelen) (UK)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

work one's way through

(doorgang maken)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

crew

(personeel)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

ladies' watch

(uurwerk voor dames)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

doctor's assistant

(hulp bij geneesheer)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

practice

(kantoor van de dokter)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

chemist's

(winkel) (UK)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

devil's claw

(plant) (botany)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

chemist, chemist's, chemist's shop

(apotheek) (UK)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

wholesaler's

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

very nearly, only just

(bijna niets)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

it's all right

(het is niet erg)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

it doesn't matter

(het heeft geen belang)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

snail's shell

(van slak)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

hairdresser's

(zaak)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

hairdresser's

(NL (kapperszaak)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

hairdresser's

(Belg. (kapperszaak)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

cash desk

(loket voor betalingen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

children's book

(boek voor kinderen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

children's farm, petting farm

(ingericht voor kinderbezoek)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

children's party

(feest voor kinderen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

nursery, baby's room

(slaapkamer voor kinderen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

child's play

(spel)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

child's play

(fig. (iets heel gemakkelijk) (figurative, informal)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

child's drawing, children's drawing

(tekening gemaakt door een kind)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

hermitage

(woonst van kluizenaar)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

toque

(muts)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Koninginnedag, Queen's Day

(Nederlandse feestdag) (former name of Dutch national holiday)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

cornflower, bachelor's button

(bloem) (botany)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

cot

(kinderbed) (UK)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

lion's share

(grootste aandeel)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

lingerie

(ondergoed)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Mother's Day

(proper noun: Names a unique person, place, thing, group, or idea--for example, "John," "Africa," "Manchester United." Always capitalized.)

New Year's Day

(eerste dag van het jaar)

(proper noun: Names a unique person, place, thing, group, or idea--for example, "John," "Africa," "Manchester United." Always capitalized.)

with one's head held high

(trots)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

Day of the monarch's speech

(government policy)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

toast

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

driver's license

(US)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

bull's eye

(centrum van schietschijf)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

secretariat

(bureau van secretaris)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Down syndrome, Down's syndrome

(genetische afwijking)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

reconsider

(van gedacht veranderen)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

Father's Day

(feest van de vader)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

finger, finger's breadth, fingerbreadth, digit

(maat, vingerbreedte)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

it's true

(dan wel)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

that's why, that's the reason

(dus, bijgevolg)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

be silent, be quiet

(niet spreken)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

steenworp

adverb (figurative, informal (near) (figuurlijk, informeel)

The shop is just a stone's throw from my house.

adamsappel

noun (prominent part of man's throat)

A man's Adam's apple sticks out from his throat.

oogappel

expression (beloved person)

Jenny loved her children, but her eldest child was the apple of her eye.

atelier

noun (workshop of an artist) (van kunstenaar)

One half of the barn has been converted into an artist's studio. That potter whose work you loved finally opened his art studio to the public.

zsm

adverb (abbreviation (as soon as possible) (zo spoedig mogelijk)

Please send your reply to the following address ASAP.

ten einde raad

adjective (upset, frustrated)

Kathy was at her wit's end with worry when her son failed to come home from school.

ten einde raad

adjective (unable to find a solution)

Having spent three hours unsuccessfully trying to fix the photocopier, Dave was at his wit's end.

vrijgezellenfeest

noun (party for a husband-to-be)

Bachelor parties tend to be wild and crazy. // We're going to a nightclub for Simon's stag do.

bachelorgraad

noun (undergraduate qualification)

Most well-paying jobs today require at least a bachelor's degree.

herenkapper, herenkapsalon

noun (men's hairdressing salon)

A spinning red, white, and blue pole denotes a barbershop.

barbershop

noun (singing group: four men's voices) (anglicisme, muziek)

Martin sings bass in a barbershop quartet.

de deur plat lopen

verbal expression (figurative (be keen to meet with [sb]) (informeel)

If you have a good idea, investors will beat a path to your door.

beginnersgeluk

noun (success despite inexperience)

Joe attributed his success to beginner's luck.

namens iemand/iets

preposition (in place of [sb])

I'm phoning on behalf of my daughter, who has lost her voice. The millionaire sent somebody to bid on the painting on his behalf.

vogelnest, vogelnestje

noun (structure built by a bird)

There is a bird's nest built in the tree outside my house.

bootsman, boots

noun (ship's officer)

roos

noun (centre of a target) (schijf)

donderpad

noun (type of catfish) (dierkunde)

slagerij

noun (meat shop, department)

The butcher is open until 5:00, but the rest of the store closes at 8:00.

kamelenhaar

noun (hair of a camel) (letterlijk)

kamelenhaar

noun (fabric made of camel's hair) (stof)

kamelenharen

noun as adjective (made from camel's hair)

in het oog springen

verbal expression (be noticeable) (figuurlijk)

The bold designs and bright colours of these dresses really catch the eye.

koksmuts

noun (white starched hat worn by a chef)

apotheek, farmacie

noun (UK (drugstore)

I'm going to the chemist to get some milk of magnesia.

je beoordelingsvermogen laten vertroebelen

verbal expression (impair or prejudice [sb]'s reasoning)

Don't let your love for someone cloud your judgment.

poedersuiker

noun (fine sugar for frosting)

Ellen usually dusts her brownies with powdered sugar before she serves them.

tandartsstoel

noun (adjustable seat for dental patient)

He is sitting in the dentist's chair.

advocaat van de duivel

noun (figurative (argues for [sth] unpopular) (figuurlijk)

Can I play devil's advocate, and ask you a question?

de aandacht richten op iets

verbal expression (attract notice, highlight)

I'd like to direct your attention to the graph at the top of Page 5 in the report.

regisseursstoel

noun (film director's seat)

The film director sat in the director's chair and gave instructions to the actors.

troon

noun (figurative (position of authority) (figuurlijk)

I'm in the director's chair now.

zijn / haar best doen om te

verbal expression (try one's hardest to do [sth])

Fred did his best to give up smoking, but couldn't keep it up.

dokterspraktijk

noun (where you see a doctor)

I went to the doctor's office to get a prostate exam.

crème de la crème

plural noun (UK, vulgar, figurative, slang (top quality, the best) (gallicisme, informeel)

poppenhuis

noun (miniature house for dolls)

Edgar built an elaborate dollhouse for his granddaughter.

de puntjes op de i zetten

verbal expression (figurative (attend to detail) (figuurlijk)

syndroom van Down, mongolisme

noun (abbr, informal (Down syndrome) (medisch)

syndroom van Down

noun (chromosome abnormality)

My brother was born with Down's syndrome.

zijn wapen trekken, zijn pistool trekken

(pull out a firearm)

The insistent sound of the snake's rattle caused him to draw his gun as a precaution.

bestuurdersplaats

noun (seat in vehicle for the driver)

The driving instructor sat in the passenger seat and the student sat in the driver's seat.

roer

noun (figurative (position of control) (figuurlijk)

If he thinks he can lead the team better, let him have the driver's seat.

rijexamen

noun (exam for learner drivers)

Gina failed her driver's test several times before finally passing.

apotheek

noun (US (chemist's and general shop)

She drove to the drug store to buy aspirin.

iem. iets inhameren

verbal expression (instill by repetition)

Our father, a clever but uneducated man, always drummed into our heads the importance of a good education.

een getekend gezicht hebben

verbal expression (figurative (time, etc.: age [sb]) (figuurlijk)

Time had etched deep lines on Leon's face.

Vaderdag

noun (annual celebration day for fathers)

This year, Father's Day falls on Sunday 21st June. I always make sure to call my dad on Father's Day.

in godsnaam

interjection (possibly offensive (expressing anger or frustration)

For God's sake, leave me alone when I'm trying to read!

voor wat het waard is

adverb (informal (in my opinion)

I know you won't change, but for what it's worth, I think that skirt looks awful on you.

op iemands zenuwen werken, iemand op de zenuwen werken

verbal expression (informal (irritate [sb]) (informeel)

op stang jagen

verbal expression (figurative (annoy [sb]) (figuurlijk, informeel)

waar voor je geld krijgen

verbal expression (get good value)

When buying a computer, you need to do your research if you want to get your money's worth.
Bij aankoop van een computer moet je eerst research doen of je waar voor je geld krijgt.

naar iemands hoofd stijgen

verbal expression (make drunk)

That glass of wine has gone straight to my head!
Dat glas wijn is meteen naar mijn hoofd gestegen.

naar iemands hoofd stijgen

verbal expression (figurative, slang (make egotistical) (figuurlijk)

His one hit record went to his head, and now he is impossible to live with.
Zijn ene hit is naar zijn hoofd gestegen en nu is hij onmogelijk om mee samen te leven.

geitenkaas

noun (dairy product)

She made an unusual pizza with goat cheese and sun dried tomatoes.

gelukkig maar!

interjection (UK, informal (it is fortunate) (informeel)

Good job you remembered your umbrella!

iemands droom in vervulling doen gaan

verbal expression (fulfil [sb]'s dream)

Cinderella's fairy godmother granted her wish to go to the royal ball.
De goede fee deed Assepoesters wens in vervulling gaan om naar het koninklijke bal te gaan.

iemands verzoek inwilligen

(fulfil [sb]'s request)

fourniturenwinkel

noun (UK (shop, department: sells fabrics)

I bought fabric to make a new apron at the haberdashery.

haar

noun (figurative (minute gap or margin) (figuurlijk)

Hij miste de roos op een haar na.

iemand verdedigen

verbal expression (informal, figurative (be ready to defend)

zich vermaken ten koste van een ander

verbal expression (joke about [sb])

The media is currently having a lot of fun at the disgraced politician's expense.

hij is

contraction (colloquial, abbreviation (he is)

I love my uncle; he's the kindest man I know.

verdorie

interjection (informal, dated (surprise) (informeel)

Hell's bells! What has he done now?
Verdorie! Wat heeft hij nu weer gedaan?

op je gezondheid, proost

interjection (informal (toast)

steile bergrug, steile bergkam

noun (geology: long ridge with steep sides)

iemand op de hielen zitten

preposition (slang (close behind) (figuurlijk)

The police officer was hot on the heels of the speeding driver.
De politie zat de bestuurder op de hielen.

in iemands plaats, in iemands plek

adverb (formal (in [sb] else's place or position)

I told my mother I would attend the funeral in her stead.

't is

contraction (colloquial, abbreviation (it is) (informeel)

It's almost time for us to leave.

't heeft

contraction (colloquial, abbreviation (it has) (informeel)

It's been a difficult year for the whole family.

het is nogal een een eindje

expression (informal (it's quite a long way)

het is een gegeven, het is een feit

expression (it's a fact)

There is going to be a big line-up for tickets: it's a given. It's a given that junk food is not good for your health.
Er zal een grote wachtrij zijn voor tickets, dat is een feit.

het maakt me niet uit, het maakt me allemaal niet uit, dat is voor mij gelijk

expression (informal (I have no preference.) (informeel)

You can stay or leave; it's all the same to me.
Je kan blijven of gaan, dat is voor mij gelijk.

het is tijden geleden dat

preposition (it's been a very long time since)

It's been ages since we all sat down together.
Het is tijden geleden dat we allen samenzaten.

het is kinderspel

expression (it's extremely easy)

It's so easy to do -- it's child's play, really.
Dat is makkelijk, het is kinderspel.

we zijn nog maar in het beginstadium

expression (UK, informal (situation may change)

het is hoog tijd dat je, het wordt hoog tijd dat je

expression (informal (You should do it now.) (informeel)

It's high time I went to the doctor; I've postponed it four times.
Het wordt hoog tijd dat ik naar de dokter ga, ik heb het al vier keer uitgesteld.

niets te vroeg, precies op tijd

expression (informal (it is overdue)

t' is niets, het stelt niets voor

expression (informal (it is not important)

"What's the problem?" "Oh, it's nothing."

Jakobsladder

noun (Biblical story) (Bijbel)

juwelier

noun (sells, repairs jewelry)

zich amuseren, zich vermaken

verbal expression (figurative, informal (have a good time)

fortuin, kapitaal

noun (large amount of money)

snede

noun (blade) (mes)

A knife's edge is generally very sharp.

iemand uitlachen

verbal expression (informal (greet [sb] with derision)

When he suggested that I pay $10,000 for that piece of junk, I laughed in his face.

een stempel drukken

verbal expression (figurative (make an impact) (figuurlijk)

Parents leave their mark on their children.

laten we

contraction (abbreviation (suggestion: let us)

Let's stay in and just watch a video.

Ja!, Oké!

interjection (UK (agreement: OK) (instemming)

"Shall we try the new Chinese restaurant?" "Yes, let's!"

feminist

noun (slang, pejorative (supporter of women's liberation)

levenswerk

noun (one's main endeavour)

iemands haar overeind doen staan, iemands haren te berge doen rijzen

expression (frighten [sb]) (figuurlijk)

That guy was so creepy, he made my hair stand on end.

het water in de mond doen lopen

verbal expression (informal (food: look appetizing) (figuurlijk)

The smell of that steak on the grill is making my mouth water.

moederskindje

noun (US, informal (man overly attached to his mother)

Tim's mother has him tied to her apron strings; he's become a mama's boy.

broek. lange broek

plural noun (long pants for men)

mannentoilet

noun (toilets for males)

herenkleding

noun (uncountable (clothing for adult males)

The menswear department is on the store's second floor.

Mondje dicht!

interjection (slang (It's a secret.)

Don't tell anybody about this; mum's the word.

Oudejaarsavond

noun (31st December)

On New Year's Eve, a lot of people go to parties and let off fireworks. New Year's Eve is the 31st of December.

niemandsland

noun (war: unoccupied area) (leger)

During the war, he wandered into no man's land and was very nearly shot by his own troops.

woestenij

noun (wasteland)

The Sahara Desert is mostly a no man's land.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van s in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van s

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.