Wat betekent pescar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord pescar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pescar in Portugees.

Het woord pescar in Portugees betekent iets eruit vissen, iets ergens uitvissen, vissen op, vissen, landen, snappen, vatten, opvissen, opduikelen, vissen naar, aan de haak slaan, horen, verstaan, hengel, hengel, gaan vissen, met een sleepnet vissen, garnalen vangen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord pescar

iets eruit vissen

verbo transitivo (informal; pegar, reaver)

iets ergens uitvissen

vissen op

verbo transitivo

Ele está pescando truta.

vissen

Aos domingos eu desço o rio para pescar.

landen

verbo transitivo (peixe) (vis)

Pescamos cinco peixes na nossa viagem de pescaria.

snappen, vatten

(gíria)

Ele contou uma piada mas eu não pesquei.
Hij vertelde een mop maar ik snapte ze niet.

opvissen, opduikelen

(figurado) (figuurlijk, inf.)

vissen naar

verbo transitivo

Os pescadores pescam mexilhões quando a maré está de acordo.

aan de haak slaan

verbo transitivo (ook figuurlijk)

Tina pescou uns peixes hoje de manhã.

horen, verstaan

Eu não entendi o que você disse.

hengel

hengel

gaan vissen

expressão verbal

met een sleepnet vissen

expressão verbal

garnalen vangen

Os pescadores estavam pescando camarão.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van pescar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.