Wat betekent oficina in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord oficina in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van oficina in Portugees.

Het woord oficina in Portugees betekent werkplaats, workshop, werkplaats, garagebedrijf, handenarbeid, boekbinderij, boekbinderij. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord oficina

werkplaats

substantivo feminino

O fabricante de móveis estava ocupado em sua oficina.

workshop

(seminário) (anglicisme)

Além de sua própria escrita, a autora conduz uma oficina de escrita criativa.

werkplaats

substantivo feminino (de conserto)

Ele tem uma oficina no porão com todas as ferramentas dele.

garagebedrijf

substantivo feminino (para consertar carros)

Erin levou o carro dela para a oficina para trocar o óleo.

handenarbeid

substantivo feminino

Ele fez um barco de madeira em uma aula na oficina.

boekbinderij

boekbinderij

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van oficina in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.