Wat betekent jalar in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord jalar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van jalar in Spaans.
Het woord jalar in Spaans betekent aantrekken, trekken, trekken, naar zich toetrekken, slepen, sleuren, trekken, torsen, trekken, een stickie roken, brengen, aantrekken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord jalar
aantrekken, trekken
Apretó gatillo firmemente. |
trekken
No dejes de tirar, aun si te cansas. |
naar zich toetrekken
Él tiro de la computadora hacia sí mismo. |
slepen, sleuren, trekken, torsen
Dan arrastraba su pesada mochila con él dondequiera que iba. |
trekken
La niña tiró del abrigo de su padre. |
een stickie roken(CR) |
brengen
Lleva esta silla a la otra habitación. |
aantrekken(persona) Este escaparate nuevo debería atraer a mucha gente. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van jalar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van jalar
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.