Wat betekent fraco in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord fraco in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fraco in Portugees.

Het woord fraco in Portugees betekent zwak, slap, zwak, broos, slap, halfslachtig, zwak, slap, zwak, krachteloos, zwak, zwak, zwak, onbeklemtoond, zwak, afnemend, onduidelijk, vaag, dof, flauw, zwak, zwak, slap, zwak, zwak, metaalachtig, dun, mager, zwak, pover, zwak, trillend, gespannen, af-, neer-, miezerig, krachteloos, zwak, slap, afgeleefd, tenger, mager, watje, doetje, mietje, gedempt, zwak, slap, flauw, niet indrukwekkend, zonder ruggengraat, zacht, zwak, week, slap, licht, traag, slecht, aarzelend, zwak, zwak, zwak, zwak, achterblijver, onderpresteerder, zwak, fragiel, machteloos, slap, lubberig, zwak, flauw, lichtgewicht, zwak, teer, een uitgemaakte zaak. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fraco

zwak, slap

adjetivo (sem força física, débil)

Estou muito fraco para empurrar este trole pesado.

zwak, broos

(com a saúde debilitada, débil)

Ela estava tão fraca com a doença que não podia se levantar.

slap, halfslachtig

adjetivo (fraco de ânimo, covarde)

Você não deve ser tão fraco. Você deve manifestar-se quando vê algo errado.

zwak

adjetivo (em baixa)

O mercado imobiliário está fraco e os preços estão caindo.

slap, zwak, krachteloos

adjetivo

Ela estava fraca demais para suportar o empurrão dele.

zwak

adjetivo

Eu sou fraco. Não resisto a comer mais sorvete.

zwak

adjetivo (não convincente) (niet overtuigend)

Esse argumento fraco não vai convencer ninguém.

zwak

adjetivo (sem intensidade)

Enquanto esperávamos uma tempestade intensa, ela acabou sendo fraca.

onbeklemtoond

adjetivo (fonetiek)

A última sílaba é fraca e a primeira é tônica.

zwak

adjetivo (linguística: substantivos) (taalkunde)

Muitos substantivos e adjetivos germânicos são fracos.

afnemend

adjetivo

Era difícil reconhecer seu rosto na luz fraca.

onduidelijk, vaag

adjetivo

Tom viu uma imagem fraca na tela.

dof

adjetivo

Ela sentia uma dor fraca constante nas costas.

flauw, zwak

adjetivo

O argumento fraco do político não convenceu os eleitores.

zwak, slap

(desculpa) (figuurlijk)

zwak

adjetivo (moeda) (van valuta)

As moedas fracas não são usadas no mercado internacional.

zwak

adjetivo (mercado de ações)

O mercado anda fraco nestas últimas duas semanas.

metaalachtig, dun, mager

(som) (geluid)

O violão tinha um som fraco por algum motivo.

zwak, pover

adjetivo (argumento)

Seu argumento foi fraco e não conseguiu convencer ninguém.

zwak

(figurado) (figuurlijk)

A tentativa de Mick escrever poesia foi uma tentativa fraca.

trillend, gespannen

adjetivo (stem)

Com uma voz fraca, John perguntou se ele poderia beber um pouco de água.

af-, neer-

adjetivo (aguado) (in samenstelling)

A cerveja tem um gosto fraco.

miezerig

(pessoa) (informeel)

krachteloos, zwak, slap, afgeleefd

adjetivo (fragilizado)

tenger, mager

adjetivo

Bill levantou Mary, que estava fraca e não pesava quase nada.

watje, doetje, mietje

(slang, pejoratief)

gedempt, zwak

(luz)

Na luz baixa, Alison só conseguia enxergar os contornos dos móveis na sala.

slap, flauw

(figurado) (van excuus)

Tina deu uma desculpa esfarrapada sobre seu cachorro e foi para casa mais cedo.

niet indrukwekkend

zonder ruggengraat

(figurativo) (figuurlijk)

zacht, zwak, week, slap

(figurado, pessoa fraca)

Não seja tão mole. Diga-lhes o que você deve dizer. Não tenha medo.

licht

(com pouco álcool)

Algumas pessoas preferem cerveja leve a bebidas muito alcoólicas.

traag, slecht

(negócios) (zaken)

Os negócios andam devagar ultimamente. O telefone não anda tocando muito.

aarzelend, zwak

A vaga tentativa de Erin de estudar para o teste não ajudou muito.

zwak

adjetivo

Esse banco é muito frágil para suportar quatro pessoas.

zwak

adjetivo (argumento) (figuurlijk)

zwak

adjetivo

achterblijver, onderpresteerder

zwak, fragiel

adjetivo

O velho cavalo fraco lentamente andava pelo pasto.

machteloos

adjetivo (pessoa)

slap, lubberig

adjetivo

zwak, flauw

adjetivo (ação)

lichtgewicht

(BRA, figurado) (figuurlijk)

zwak, teer

expressão (sem determinação) (persoon; niet moedig)

een uitgemaakte zaak

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fraco in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.