Wat betekent first in Engels?

Wat is de betekenis van het woord first in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van first in Engels.

Het woord first in Engels betekent eerste, eerste, eerst, als eerste, eerst, voornaamst, primair, eerst, ten eerste, eerst, eerste, eerste, eerste, laagste, kleinste, eerste, eerste, voor het eerst, voor de eerste keer, liever, van het begin, vanaf het begin, eerste viool, eerste, eerste, eerste honk, met de grootste onderscheiding, summa cum laude, eerste kwaliteit, hoogste kwaliteit, topkwaliteit, eerst, de eerste steen werpen, als eerste komen, op de eerste plaats komen, concertmeester, eerste hulp, eerste hulp bij ongelukken, eerstehulp-, ten eerste, in de eerste plaats, bovenal, vooral, eerste klasse, prima, eersteklas, eersteklas, eerste gang, eerste leerjaar, eerste indruk, presidentsvrouw, leidende vrouw, moedertaal, iem. met zijn voornaam aanspreken, in de eerste plaats, ten eerste, allereerst, bovenal, vooral, eerste persoonsvorm, eerste persoon, eerste plek, als eerste, eerste stap, EHBO doos, top, puik, benedenverdieping, met het hoofd naar voren, voorover, onstuimig, halsoverkop, ten eerste, op de eerste plaats, om te beginnen, meteen, direct, 21e, 21e, 21e, eenentwintigste, 21e. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord first

eerste

adjective (in race, competition: placed 1st)

She was first in the spelling competition. The team is currently first in the league.

eerste

adjective (closest to the front)

We sat in the first row of seats.

eerst, als eerste

adverb (before all other)

He walked through the door first, and everyone else followed.

eerst, voornaamst, primair

adjective (primary)

The first reason for doing this is to help other people.

eerst

adverb (before anything else)

What we need to do first is find a place to stay.

ten eerste, eerst

adverb (firstly)

First, I would like to thank you all for coming.

eerste

noun (invariable (in a series, list: 1st item, person)

I like the first better than the second.

eerste

noun (first day of the month) (eerste dag van de maand)

We don't get paid again until the first.

eerste, laagste, kleinste

adjective (lowest automobile gear) (versnelling)

Switch to first gear when going up steep hills.

eerste

adjective (music: section leader) (instrument in orkest)

She plays first clarinet in the orchestra.

eerste

adjective (baseball: base) (honk in honkbal)

He didn't make it past first base.

voor het eerst, voor de eerste keer

adverb (for the first time)

I first came to New York when I was a little girl.

liever

adverb (rather, sooner)

Lie to you? I'd kill my own mother first!

van het begin, vanaf het begin

noun (beginning)

She was a good worker from the first.

eerste viool

noun (music: section leader) (in orkest)

The composer intended the second violinists to contrast with the firsts.

eerste

noun (first place in a competition) (winnaar)

She's always the first in any competition.

eerste, eerste honk

noun (baseball: base) (honk in honkbal)

He's on first.

met de grootste onderscheiding, summa cum laude

noun (UK (first-class honours) (academische graad in V.K.)

He got a first from Cambridge.

eerste kwaliteit, hoogste kwaliteit, topkwaliteit

noun (commerce: best quality goods) (producten)

We sell firsts at a slightly higher price than seconds.

eerst

adverb (to begin with, in the beginning)

At first, it was just pitch black, then his eyes got used to the darkness and he began to see some features of the cave.

de eerste steen werpen

verbal expression (figurative (be first to accuse) (figuurlijk)

We should not be arguing about who has the right to cast the first stone.

als eerste komen

(be first in sequence)

Which came first, the chicken or the egg?

op de eerste plaats komen

(figurative (be top priority)

Caring for her children comes first; her job is second priority.

concertmeester

noun (US (leader of orchestra's violin section)

The concertmaster is always the first violinist.

eerste hulp, eerste hulp bij ongelukken

noun (emergency medical help)

All of our pool attendants are trained in first aid.

eerstehulp-

noun as adjective (relating to emergency medical help)

The Red Cross teaches a first-aid course that is highly regarded. It's a good idea to take a first aid kit with you when you go camping.

ten eerste, in de eerste plaats

adverb (primarily)

First and foremost, let's review the minutes from last week's meeting.

bovenal, vooral

adverb (above all else)

What parents want, first and foremost, is for their child to be happy.

eerste klasse

noun (transport: superior service) (transport)

They always serve champagne in first class.

prima

adjective (informal, figurative (excellent)

The food here is always first class.

eersteklas

adjective (carriage, seats: superior)

First-class seats have more leg room.

eersteklas

adverb (in first-class area)

Flying first class is the only way to travel.

eerste gang

noun (of a meal)

We had prawns in sauce as a first course at dinner.

eerste leerjaar

noun (US (school year: age 6-7)

Karen's six years old so she'll be starting first grade in September.

eerste indruk

noun (immediate effect)

My first impression of this place was not good.

presidentsvrouw

noun (wife of head of state)

The President and the First Lady will be attending the opening night of the play.

leidende vrouw

noun (leading female)

She's more than just an actress - she's the first lady of French cinema.

moedertaal

noun (mother tongue)

English is not my first language. The first language of most Australians is English.

iem. met zijn voornaam aanspreken

transitive verb (call by given name)

In Danish schools, it is common for children to first-name their teachers.

in de eerste plaats, ten eerste, allereerst

adverb (to start with)

First of all, I welcome all those who came today.

bovenal, vooral

adverb (primarily)

"Our priority," said a police spokesman, "is first of all to ensure the safety of the hostages."

eerste persoonsvorm

noun (grammar: I, we)

The pronoun in that sentence is in the first person.

eerste persoon

noun as adjective (narrative: in the first person)

The writer uses first person narrative throughout the entire novel.

eerste plek

noun (top prize, highest position)

I managed first place in the last race, despite a bad start.

als eerste

noun (informal (very early)

I always eat breakfast first thing in the morning.

eerste stap

noun (informal (initial step)

The first thing to do is call your mother. The first thing I do when I get home is check my email.

EHBO doos

noun (emergency medical set)

Motorists should carry a first-aid kit in their cars.

top, puik

adverb (informal (very well) (informeel)

You did first-rate on your English test.

benedenverdieping

noun (ground level of a building)

Office buildings often have shops on the ground floor. The cafeteria is on the first floor, just off the lobby.

Op de benedenverdieping van kantoorgebouwen vind je vaak winkels. De cafetaria is op de benedenverdieping, net naast de lobby.

met het hoofd naar voren, voorover

adverb (with the head in front)

Max dove into the water headfirst.

onstuimig, halsoverkop

adverb (figurative (recklessly)

Sam has a tendency to jump into projects headfirst.

ten eerste, op de eerste plaats, om te beginnen

expression (firstly)

Why don't I like him? Well, in the first place, he doesn't wash.

Waarom vind ik hem niet leuk? In de eerste plaats omdat hij zich niet wast.

meteen, direct

expression (at the beginning, initially)

Why didn't you tell me that in the first place?

Waarom vertelde je me dat niet meteen?

21e

adjective (21st in a series or list)

Many challenges faced the world at the beginning of the twenty-first century.

21e

adjective (century: 2000-2099)

What did you and your family do to usher in the twenty-first century?

21e, eenentwintigste

noun (in a series, list: 21st item, person)

Jack was the twenty-first out of twenty-two people to win an award that night.

21e

noun (informal (21st birthday) (informeel)

Have any big plans for your twenty-first this weekend?

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van first in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van first

Wat betekent Christian name in Engels?

Wat betekent a in Engels?

Wat betekent alpha in Engels?

Wat betekent appearance in Engels?

Wat betekent balance sheet in Engels?

Wat betekent ballot in Engels?

Wat betekent base in Engels?

Wat betekent beginning in Engels?

Wat betekent blush in Engels?

Wat betekent break ground in Engels?

Wat betekent breakthrough in Engels?

Wat betekent breath in Engels?

Wat betekent charge in Engels?

Wat betekent chop in Engels?

Wat betekent chronological in Engels?

Wat betekent come in Engels?

Wat betekent come first in Engels?

Wat betekent comer in Engels?

Wat betekent cousin in Engels?

Wat betekent debut in Engels?

Wat betekent desk in Engels?

Wat betekent dive in Engels?

Wat betekent do in Engels?

Wat betekent earliest in Engels?

Wat betekent early in Engels?

Wat betekent edition in Engels?

Wat betekent eldest in Engels?

Wat betekent fiddle in Engels?

Wat betekent finger in Engels?

Wat betekent firewood in Engels?

Wat betekent firework in Engels?

Wat betekent firing in Engels?