Wat betekent engraçado in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord engraçado in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van engraçado in Portugees.

Het woord engraçado in Portugees betekent grappig, komisch, raar, vreemd, gek, grappig, leuk, mis, grappig, humor, leuk, levendig, vrolijk, amusant, grappig, schertsend, grappig, grappenmaker, grapjas, prettig, aangenaam. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord engraçado

grappig, komisch

adjetivo

Ele é tão engraçado. Nós rimos o tempo todo.

raar, vreemd, gek

adjetivo

É engraçado como tropeçamos neles no feriado.

grappig, leuk

adjetivo

Deixe-me contar-lhe uma história engraçada.

mis

adjetivo

Esse cara é meio engraçado. Vamos a algum outro lugar.
Er is iets mis met die kerel. Laten we ergens anders heengaan.

grappig

adjetivo

O programa de comédia novo é engraçado.

humor

adjetivo (spreektaal)

Olhe aquele corte de cabelo bobo! Que engraçado!
Kijk dat kapsel! Wat een humor!

leuk

adjetivo (gíria, inteligente)

Meu irmão acha que ele é tão engraçado com suas brincadeiras.
Mijn broer denkt dat hij leuk is met zijn grapjes

levendig, vrolijk

adjetivo

amusant, grappig

adjetivo

schertsend, grappig

grappenmaker, grapjas

substantivo masculino (informeel)

prettig, aangenaam

adjetivo (pessoa)

John é uma pessoa divertida de se estar.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van engraçado in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.