Wat betekent empleado in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord empleado in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van empleado in Spaans.

Het woord empleado in Spaans betekent werkzaam, in dienst, werknemer, staflid, beambte, bediende, bediende, arbeider, werknemer, werknemer, winkelmedewerker, verkoopmedewerker, aangenomen, aanwenden, gebruiksklaar maken, aanstelling, gebruiken, uitgeven, besteden, spenderen, gebruiken, hanteren, inroepen, een beroep doen op, gebruiken, zelfstandig, pandjesbaas, piccolo, meteropnemer, spoorwegbeambte, kantoorbediende, tijdelijke medewerker, klusjesman, spoorwegbeambte, bankbediende, bankmedewerker, ambtenaar, pompbediende, dictum, federale wet, invallen, bediende, hulp. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord empleado

werkzaam, in dienst

No toda la gente empleada gana lo suficiente para vivir.

werknemer

La compañía exige que todos los empleados respeten las reglas del manual.

staflid

beambte, bediende

Trabaja como empleado en un banco.

bediende

El empleado de la gasolinera nos limpió el parabrisas.

arbeider

werknemer

(empleado)

La compañía valora a sus trabajadores.

werknemer

winkelmedewerker, verkoopmedewerker

Si necesitas ayuda para encontrar algo, sólo pregúntale al vendedor.

aangenomen

adjetivo

aanwenden, gebruiksklaar maken

Las nuevas obras hidráulicas empleaban el poder del río para llevar electricidad al pueblo.

aanstelling

verbo transitivo

Contratamos a un consultor para asegurarnos de que estábamos empleando de la mejor manera posible a nuestro personal.

gebruiken

Usamos el término "libertad" en sentido amplio.

uitgeven, besteden, spenderen, gebruiken

Hemos gastado todo el presupuesto solo para abrir la oficina.

hanteren

El albañil usó un cincel para tallar la piedra.

inroepen, een beroep doen op

Contratamos los servicios de un plomero para limpiar el desorden.

gebruiken

El director quería aprovechar el potencial del equipo.

zelfstandig

Estaba encantada de ser autónoma porque era su propia jefa y podía trabajar desde casa.

pandjesbaas

(de una casa de empeños)

El prestamista me ofreció doscientos dólares por mi collar de oro.

piccolo

Le pedí al botones que llevara las maletas a nuestra habitación.

meteropnemer

(gas)

spoorwegbeambte

kantoorbediende

Esta primavera, el departamento contratará a dos oficinistas.

tijdelijke medewerker

La oficina contrató a un empleado eventual para cubrir las vacaciones de su recepcionista.

klusjesman

La Sra. Winters contrató a un empleado de mantenimiento para limpiar sus alcantarillas.

spoorwegbeambte

bankbediende, bankmedewerker

La empleada del banco calculó mal los fondos y entregó dinero de más al cliente por error.

ambtenaar

Algunos funcionarios le dan mala fama al gobierno.

pompbediende

No recuerdo la última vez que vi a un operario de gasolinera en el Reino Unido.

dictum

locución nominal masculina (juridisch)

federale wet

invallen

Los estudiantes a menudo trabajan como empleados eventuales durante las vacaciones universitarias.

bediende

Un equipo de empleados domésticos limpiaba la casa.

hulp

locución nominal con flexión de género

El nuevo empleado doméstico no es muy diestro. Rompió tres de mis mejores platos mientras lavaba.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van empleado in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.