Wat betekent diminuir in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord diminuir in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van diminuir in Portugees.

Het woord diminuir in Portugees betekent afnemen, verlagen, reduceren, verminderen, verlagen, afprijzen, verkleinen, reduceren, verlagen, degraderen, inkoken, reduceren, herleiden, reduceren, omzetten, verminderen, minder worden, verminderen, temperen, beteugelen, afnemen, verminderen, bezinken, afnemen, verminderen, een aanslag doen op, een aanslag zijn op, verlagen, verminderen, minder emotioneel maken, verlagen, afnemen, verminderen, teruglopen, dalen, afnemen, verminderen, slinken, teruglopen, uitdunnen, afnemen, bedaren, afnemen, afnemen, dalen, teruglopen, verminderen, kleineren, onderwaarderen, versmallen, vernauwen, aflopen, temperen, doen afnemen, dimmen, temperen, dimmen, opdrogen, wegebben, vervagen, afnemen, verminderen, tanen, achteruitgaan, bezuinigen, verkorten, inkorten, afkraken, inkrimpen, dalen, lager zetten, lager doen, verzachten, verlichten, geen deugd doen, zakken, dalen, dokken, afdokken, de kloof verkleinen, de afstand verkleinen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord diminuir

afnemen

O vento diminuiu e o mar se acalmou.

verlagen, reduceren

verminderen, verlagen, afprijzen

A fábrica precisou reduzir seu pessoal em virtude da falta de demanda pelo seu produto.

verkleinen, reduceren

Preciso reduzir este pôster A3 de modo que ele caiba numa folha A4.

verlagen, degraderen

inkoken, reduceren

(culinair)

herleiden

(wiskunde)

reduceren, omzetten

verminderen

Os golfistas aguardaram do lado de dentro que a tempestade diminuísse.

minder worden

verminderen

temperen, beteugelen

(figuurlijk)

Nem esse mau tempo pode diminuir meu entusiasmo pela corrida.

afnemen, verminderen

O consumo de água precisa diminuir se queremos evitar uma seca.

bezinken

(emoções,problemas: diminuir) (figuurlijk)

Um ano depois da morte dela, o sofrimento dele começou a diminuir.

afnemen, verminderen

As vendas de computadores de mesa têm caído nos últimos anos porque a maioria das pessoas preferem laptops.

een aanslag doen op, een aanslag zijn op

(figuurlijk)

Esta recessão está realmente diminuindo meu estilo de vida de luxo!

verlagen, verminderen

Você deve diminuir suas expectativas, baseado na sua falta de sucesso até agora.

minder emotioneel maken

verbo transitivo

Você deve diminuir seu nível emocional nesta escrita.

verlagen

verbo transitivo (música)

Você pode diminuir o tom soltando as cordas da guitarra.

afnemen, verminderen, teruglopen, dalen

A chuva diminuiu depois de alguns minutos, então Tom resolveu ir a pé para casa.

afnemen, verminderen, slinken, teruglopen

verbo transitivo

As chances de chegarmos antes que a chuva comece estão diminuindo.

uitdunnen, afnemen

(dissipar)

bedaren, afnemen

verbo transitivo

A gritaria diminuiu quando o roqueiro começou a cantar.

afnemen, dalen, teruglopen, verminderen

As vendas diminuíram muito depois da crise do crédito.

kleineren, onderwaarderen

verbo transitivo (fazer pouco de)

versmallen, vernauwen

(roupa) (kleren)

A saia afinava abaixo do joelho.

aflopen

(números) (van nummers)

Taxas de infecção pelo HIV finalmente começaram a diminuir.

temperen, doen afnemen

verbo transitivo

O chefe de George moderou sua avaliação negativa com alguns comentários positivos. A atração de Karen por Brian foi diminuída devido ao seu conhecimento de seu passado criminoso.

dimmen, temperen

verbo transitivo (luz)

Na esperança de uma noite romântica, Helen diminuiu as luzes.

dimmen

(luz)

As luzes no teatro diminuíram quando a cortina se abriu.

opdrogen

(figurado) (figuurlijk, financiën)

wegebben, vervagen

Peter tomou os remédios e esperou a dor aliviar-se.

afnemen, verminderen, tanen, achteruitgaan

O interesse nessa matéria está diminuindo, então a universidade vai cancelar o curso no próximo ano.

bezuinigen

verbo transitivo

Nós estamos gastando muito, precisamos reduzir (or: diminuir).

verkorten, inkorten

verbo transitivo (cumprimento)

afkraken

(ressaltar imperfeições de alguém)

inkrimpen

(reduz força de trabalho) (figuurlijk: personeel)

dalen

Os preços diminuíram nesta loja.
De prijzen zijn gedaald in deze winkel.

lager zetten, lager doen

verbo transitivo (volume, som)

Abaixa (or: diminui) o volume do rádio, por favor!

verzachten, verlichten

verbo transitivo (aliviar: dor)

geen deugd doen

verbo transitivo (reduzir chances de)

Os comentários de Bob sobre o desemprego prejudicaram as chances dele ser reeleito.

zakken, dalen

O nível da água vai baixar (or: diminuir) com a maré baixa.

dokken, afdokken

(slang)

O chefe de Harry reduziu seu pagamento para cobrir o custo do erro cometido por ela.

de kloof verkleinen, de afstand verkleinen

(figuurlijk)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van diminuir in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.