Wat betekent descontar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord descontar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van descontar in Portugees.
Het woord descontar in Portugees betekent omwisselen, verzilveren, innen, afprijzen, terugbetalen, korting geven, afprijzen, uitvallen, uitpakken, zich afreageren op. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord descontar
omwisselen, verzilveren, innenverbo transitivo A maioria dos supermercados descontam cheques por uma taxa. |
afprijzenverbo transitivo |
terugbetalen
|
korting geven
O restaurante abateu (or: descontou) 10% da conta. |
afprijzenverbo transitivo |
uitvallen, uitpakken(figurado) (figuurlijk) Ian tem uma tendência de atacar se acha que está sendo pessoalmente criticado. |
zich afreageren op(figurado: aliviar mau humor em alguém) |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van descontar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van descontar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.