Wat betekent day in Engels?

Wat is de betekenis van het woord day in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van day in Engels.

Het woord day in Engels betekent dag, dag, dag, werkdag, daglicht, tijd, de hele dag, , iedere dag, elk ogenblik, blind, blindelings, Hemelvaart, aan het einde van de dag, uiteindelijk, dag na dag, dag in dag uit, dag en nacht, dagtochtje, dagarbeid, dagloner, dagarbeider, Grote Verzoendag, dag des oordeels, dag der afrekening, dag der waarheid, sabbat, rustdag, vrije dag, vrije dag, bank, slaapbank, verkiezingsdag, elke dag, om de andere dag, Vaderdag, sportdag, leuke dag, fijne dag, goeiendag, Fijne dag!, Fijne dag., woensdag, laat op de dag, te laat, laat, laattijdig, schrikkeldag, 1 mei, Dag van de Arbeid, Memorial Day, de volgende dag, dag en nacht, een van deze dagen, op een dag, een dag, zonneklaar, magere jaren, regenachtige dag, het licht zien, de dag erna, de volgende dag, laatst, onlangs, pas, overwinnen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord day

dag

noun (period of 24 hours) (24 uur)

It took three days for the letter to get here.

dag

noun (time from sunup to sunset) (overdag)

They spent all day painting the house.

dag

noun (of the week: Monday, Friday) (van de week)

What day did I go to the bank? Tuesday?

werkdag

noun (work day)

He works a very short day.

daglicht

noun (daylight)

Open the curtains and let the day in.

tijd

noun (era)

In Caesar's day people used to wear togas.

de hele dag

adverb (throughout the whole day)

She's been practising all day.
Ze oefent al de hele dag.

adjective (lasting the whole day)

iedere dag, elk ogenblik

adverb (informal (some time soon) (figuurlijk)

I ordered it weeks ago. It should arrive any day.

blind, blindelings

adverb (informal (willingly, without hesitation) (informeel)

I'd do that for you any day.

Hemelvaart

noun (Christian feast day)

There will be a special evening service on Ascension Day.

aan het einde van de dag

expression (in the evening)

He went home at the end of the day.
Hij ging aan het einde van de dag naar huis.

uiteindelijk

expression (figurative (ultimately)

At the end of the day, there's nothing we can do.
Uiteindelijk kunnen we niets doen.

dag na dag, dag in dag uit

adverb (every day)

I'm sick of doing the same thing day after day.

dag en nacht

adverb (all the time)

Edgar's been working day and night to get the house ready in time.

dagtochtje

noun (one-day trip, outing)

We had a lovely day out at the seaside.

dagarbeid

noun (US (work: paid by the day)

Day labor is a growing part of the informal economy in the United States.

dagloner, dagarbeider

noun (worker hired by the day)

Sadly, day laborers usually lack benefits or job security.

Grote Verzoendag

noun (Jewish day of fasting)

dag des oordeels

noun (religious: judgment day) (religie)

On the day of reckoning, Jesus Christ is coming to judge whatever we might have done.

dag der afrekening, dag der waarheid

noun (day to deal with [sth] unpleasant) (figuurlijk)

On the day of reckoning, it will be interesting to see how the team performs against the league leaders.

sabbat

noun (religious: Sabbath) (religie)

Sabbath is for Jews a day of rest.

rustdag, vrije dag

noun (day free of work)

Today he had a day of rest from work.

vrije dag

noun (day of holiday from work)

No, I can't come into the office today, it's my day off!

bank, slaapbank

noun (furniture: sofa bed)

verkiezingsdag

noun (date when votes are cast)

On election day, polling stations are open from 7am until10pm.

elke dag

adverb (on a daily basis)

I have a shower every day.

om de andere dag

adverb (on alternate days)

The medication should be taken every other day.

Vaderdag

noun (annual celebration day for fathers)

This year, Father's Day falls on Sunday 21st June. I always make sure to call my dad on Father's Day.

sportdag

noun (school's outdoor sports event)

leuke dag, fijne dag

noun (day spent well)

William had a good day at the races, winning a considerable amount of money.

goeiendag

interjection (formal (greeting) (verouderd)

Fijne dag!

interjection (pleasantry)

The shopkeeper greeted me with a cheerful "Have a good day!"
De winkelier begroette me met een vrolijke "Fijne dag!"

Fijne dag.

interjection (pleasantry)

Thank you for shopping here; have a nice day! Have a nice day, he said as I left.
Bedankt voor het winkelen hier; fijne dag!. Fijne dag, zei hij toen ik wegging.

woensdag

noun (slang (Wednesday)

Once we get past hump day, we only have to work Thursday and Friday, and then it's the weekend!

laat op de dag

adverb (literal (in the evening)

te laat

expression (figurative (belatedly)

Joanne apologized for sending her birthday wishes late in the day.

laat, laattijdig

expression (figurative (belated)

You should have apologized while he was still alive, now it's a little late in the day.

schrikkeldag

noun (29th February) (29 februari)

People born on a leap day only get a birthday once every four years.

1 mei, Dag van de Arbeid

noun (1st May: holiday)

Most of the world celebrates workers on May Day; the United States has Labor Day in September.

Memorial Day

noun (US (US public holiday in May) (feestdag in VS)

Many people visit cemeteries and memorials on Memorial Day.

de volgende dag

adverb (informal (on the following day)

Next day he turned up on my doorstep with a big bunch of roses.

dag en nacht

adverb (all the time, constantly)

We worked night and day to meet the deadline. I have been working night and day to get this project finished on time.

een van deze dagen

adverb (someday: an unspecified day in the future)

One day I hope to travel to South America. I would like to have children one day.

op een dag

adverb (at a point in the future)

One day I'll be rich.

een dag

adverb (an unspecified day in the past)

There was one day last winter when it snowed heavily.

zonneklaar

adjective (informal (obvious)

After that fall, the bumps on his head were plain as day.

magere jaren

noun (figurative (future time of need) (figuurlijk)

I put the extra money in my emergency fund for a rainy day. It's important to put some money aside for a rainy day.

regenachtige dag

noun (literal (day when it is raining)

When I go out on a rainy day I take my umbrella.

het licht zien

verbal expression (figurative (come into being) (figuurlijk)

Your plan is so bad it will never see the light of day.

de dag erna

noun (next day, following day) (toekomst)

We can stay out as late as we like on my birthday; the day after is a Sunday.

de volgende dag

expression (on the following day) (verleden)

I ate so much at supper that the day after, I felt quite ill.

laatst, onlangs, pas

adverb (several days ago)

The other day we went snowboarding and we had a great time. // We're still good friends; just the other day we met for coffee.

overwinnen

verbal expression (figurative (triumph)

Honesty wins the day in business dealings. It was Nelson who won the day at the Battle of Trafalgar.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van day in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.