Wat betekent cor in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord cor in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cor in Portugees.

Het woord cor in Portugees betekent kleur, kleuren, kleur, kleur, kleur, clubkleuren, kleuren, gelaatskleur, kleur, tint, gekleurd, roze, bleek, flets, oranje, zwart, donker, gekleurd, hazelnootbruin, lichtbruin, kant-en-klaar, felgekleurd, uniform, effen, bordeauxrood, bordeaux, roze, vlaskleurig, ongekleurd, gitzwart, uit het hoofd, hemelsblauw, azuur, testbeeld, natuurlijke kleur, pastelkleur, kleurpotlood, honingkleur, kleurenpracht, oogkleur, kleurtemperatuur, rassenscheiding, zachte roze lippen, bruine ogen, uit het hoofd kennen, uit het hoofd weten, eruit gooien, donkerpaars, honingkleurig, bordeauxrood, bordeaux, voskleur, aqua, tijgerpatroon, donkergrijs, staalgrijs, sienna, ondoorzichtigheid, iets als zijn broekzak kennen, blind de weg weten, aqua, cadmiumpigment-, vleeskleurig, kleurloos, levenloos, donkerrood paars, azuur, donkerheid, avocadokleurig, chocoladekleurig, chocoladebruin, voskleurig, chocoladekleur, vleeskleurig, huidkleurig, roestbruin, mahonie, roodbruin, strogeel, koperkleurig, mahoniebruin, roestkleur, sabel, amandelkleurig, bosbeskleurig. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cor

kleur

substantivo feminino

A sua cor favorita é o vermelho?

kleuren

substantivo feminino

Quando ela adicionou cor ao desenho, ele ganhou vida.

kleur

substantivo feminino

Você precisa adicionar um pouco de cor a essa pintura para iluminá-la.

kleur

Dava para ver que ele estava praticando esportes por causa da cor em suas bochechas.

kleur

Você esteve na praia? Sua pele está com uma cor.

clubkleuren

substantivo feminino

kleuren

substantivo feminino (bandeira)

gelaatskleur

A pele de Alice tinha uma cor muito clara.

kleur, tint

O tapete tinha uma cor mais escura na sala do que no quarto.

gekleurd

locução adjetiva (possivelmente pejorativo) (huidskleur)

roze

Ela adorava vestir a camisa rosa.

bleek, flets

oranje

Eu gosto mais da camisa laranja do que da verde.

zwart, donker, gekleurd

A simpática senhora negra ensinou-me o caminho do banco.

hazelnootbruin, lichtbruin

Os olhos de Kelsey são castanhos claros, mas todos em sua família têm olhos azuis ou castanhos.

kant-en-klaar

Como Allison tinha seu discurso bem preparado, não precisava de nenhuma anotação.

felgekleurd

(tipo de roupa)

Nunca lave roupa colorida junto às brancas, já que elas podem manchar.

uniform, effen

(kleur)

O Keith cria pombos de competição da mesma cor.

bordeauxrood, bordeaux

locução adjetiva

Essa camada de cor de vinho tinto faz grande contraste com o cabelo ruivo dela.

roze

(wangen)

vlaskleurig

(cabelos: claros, loiros)

ongekleurd

expressão

gitzwart

uit het hoofd

locução adverbial

Eu aprendi o soneto de cor.

hemelsblauw, azuur

testbeeld

(televisão: teste de recepção de imagem) (televisie)

natuurlijke kleur

(haar)

pastelkleur

kleurpotlood

Eu usei lápis de cor para desenhar meu ursinho.

honingkleur

kleurenpracht

expressão (figurado)

oogkleur

kleurtemperatuur

rassenscheiding

zachte roze lippen

bruine ogen

(íris verde-acastanhada)

uit het hoofd kennen, uit het hoofd weten

expressão

eruit gooien

expressão verbal (fig., informeel)

donkerpaars

locução adjetiva

honingkleurig

bordeauxrood, bordeaux

O interior do carro vem em bege ou em cor de vinho tinto.

voskleur

(vachtkleur paard)

aqua

(kleur: groenblauw)

tijgerpatroon

donkergrijs, staalgrijs

sienna

(kleur)

ondoorzichtigheid

substantivo feminino

iets als zijn broekzak kennen, blind de weg weten

expressão (informal) (figuurlijk, inf.)

aqua

locução adjetiva (kleur: groenblauw)

cadmiumpigment-

(cor) (in samenstellingen)

vleeskleurig

locução adjetiva

kleurloos, levenloos

locução adjetiva (figurado, chato) (figuurlijk)

donkerrood paars

substantivo feminino

A camiseta era cor de uva ou talvez só um tom mais escuro.

azuur

(tinta desta cor)

donkerheid

substantivo feminino

avocadokleurig

Ruth quer substituir os seus utensílios fora de moda cor de abacate.

chocoladekleurig, chocoladebruin

(cor)

A mesa era feita de madeira cor de chocolate.

voskleurig

(cavalo)

chocoladekleur

(cor)

Eu amo este vestido, mas acho que ele ficaria melhor em cor de chocolate ou marrom.

vleeskleurig, huidkleurig

O pintor usava tons cor de pêssego para a pele das pessoas em suas pinturas.

roestbruin

mahonie, roodbruin

strogeel

substantivo feminino (cor)

Tim estava vestindo uma jaqueta cor de palha.

koperkleurig

locução adjetiva

O cabelo da mulher caía nas costas em longas tranças cor de cobre.

mahoniebruin

(kleur)

roestkleur

sabel

(literário) (heraldiek)

amandelkleurig

bosbeskleurig

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cor in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.