Wat betekent confectionery in Engels?

Wat is de betekenis van het woord confectionery in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van confectionery in Engels.

Het woord confectionery in Engels betekent snoep, snoepgoed, suikerbakker, banketbakkerij, banketbakkerij. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord confectionery

snoep, snoepgoed

noun (sweets, candy)

Colorful plates of confectionery were set on all of the tables.

suikerbakker

noun (making of candy)

Wilson studied confectionery and was always experimenting with various flavor combinations.

banketbakkerij

noun (shop: sells candy)

There is a confectionery in town that sells sweets in the shape of various animals.

banketbakkerij

noun (US (shop: sells candy)

Confectionery stores are rare now; most people buy sweets at grocery stores and big box stores.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van confectionery in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.