Wat betekent banhar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord banhar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van banhar in Portugees.
Het woord banhar in Portugees betekent baden, spoelen, met een laag bedekken, kabbelen tegen, klotsen tegen, zwemmen, wassen, vergulden, zich wassen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord banhar
badenverbo transitivo O quarto estava banhado com a morna luz do sol. |
spoelenverbo transitivo O Mediterrâneo banha as margens do sul da França. |
met een laag bedekken
Você pode tentar usar mel para cobrir o topo do bolo. |
kabbelen tegen, klotsen tegenverbo transitivo (passar água em) (water) |
zwemmenverbo pronominal/reflexivo Os vitorianos frequentemente se banhavam na costa. |
wassen
|
vergulden
O broche é feito de prata pura e foi banhado a ouro. |
zich wassen
Eu gostaria de tomar banho antes do jantar. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van banhar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van banhar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.